Home Dossiers Tweede Wereldoorlog Waarom operatie Market Garden niet kon slagen

Waarom operatie Market Garden niet kon slagen

  • Gepubliceerd op: 28 augustus 2014
  • Laatste update 31 mrt 2023
  • Auteur:
    Christ Klep
  • 12 minuten leestijd
Foto tijdens Operatie Market Garden
Hitler in de Tweede Wereldoorlog
Dossier Tweede Wereldoorlog Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Op 17 september 1944 begon operatie Market Garden, een gewaagd plan van de geallieerden om via Nederland door te stoten naar Duitsland. De operatie werd een legendarisch fiasco.

Op 6 juni 1944 waren de geallieerden met succes geland in Normandië en rukten steeds verder op. In de maanden daarop zochten ze naar een vervolg om de Duitsers definitief te verslaan. Dat werd operatie Market Garden, een operatie die mede beroemd is vanwege alles wat er misging.

De fascinatie met deze operatie heeft te maken met de sterke what if?-dimensie. Wat als het gedurfde mengsel van massale luchtlandingen en een grondoffensief in september 1944 goed had uitgepakt? Mogelijk was de Tweede Wereldoorlog in Europa dan zes maanden eerder beëindigd en was iedereen home before Christmas geweest. De kaart van het naoorlogse Europa zou er wezenlijk anders hebben uitgezien. En als het IJzeren Gordijn dan toch was neergedaald, zou het een stuk oostelijker hebben gelegen.

Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Market Garden was haastklus

Ook de originaliteit en doldriestheid van de operatie roepen bewondering op. Wie verzint het immers om met drie luchtlandingsdivisies een zeventig kilometer lang luchtlandingstapijt uit te rollen? Om vervolgens over dat tapijt een compleet legerkorps van 50.000 militairen te laten oprukken? Dan ben je óf dwaas, óf geniaal. Of beide. Het is ook ironisch dat de aanvoerder van de 21st Army Group, de Engelse veldmaarschalk Bernard Montgomery, met dit plan op de proppen kwam. Juist hij stond bekend als methodisch en voorzichtig.

De voorbereiding op Market Garden was een haastklus. De Amerikaanse opperbevelhebber generaal Dwight D. Eisenhower stemde er pas op 10 september 1944 mee in. Daarmee resteerden zeven dagen tot het startschot. ‘Monty’ had stevig ingezet om Eisenhower te overtuigen van het gewaagde plan.

Volgens hem zou het gecombineerde offensief via de lucht en over land alle tegenstand overweldigen. Ook speelde hij slim in op Eisenhowers voorliefde voor luchtlandingsoperaties. De Amerikaanse 101st en 82nd Airborne Divisions moesten militairen laten landen en de bruggen rond Eindhoven en Nijmegen pakken. De bruggen bij Arnhem moesten worden veroverd door de Britse 1st Airborne Division.

Montgomery had stevig ingezet om Eisenhower te overtuigen van het gewaagde plan

Over dit luchtlandingstapijt zou het Britse XXX Corps in enkele dagen oprukken naar het IJsselmeer. Een rijke beloning lonkte: de geallieerde troepen konden als de operatie slaagde via het noorden om de geduchte Duitse Westwall – de verdedigingslinie van Kleef tot Zwitserland – heen trekken en de Duitse troepen in West-Nederland afsnijden van die in hun vaderland. Ondertussen zou ook een oplossing worden geforceerd van een acuut probleem: de Duitsers vuurden op 8 september vanuit Wassenaar hun eerste V2’s af op Londen. Door de Duitsers af te snijden van hun bevoorrading zou ook de dreiging van deze vergeldingswapens worden opgeheven.

Op 17 september verliepen de luchtlandingen – zeker die van de Britse 1st Airborne Division bij Oosterbeek – alleszins redelijk. Maar de voorspoed duurde niet lang. Alleen het bataljon van luitenant-kolonel John Frost bereikte de verkeersbrug in Arnhem. De eenheid vormde op de noordoever van de Rijn een bruggenhoofd.

Maar alle daaropvolgende pogingen om Frost te ontzetten liepen stuk op haastig gesmede Duitse verdedigingslinies. Het XXX Corps liep bij Eindhoven en Nijmegen te veel vertraging op om te kunnen helpen. Frost moest het bruggenhoofd na enkele dagen opgeven. In de nacht van 25 op 26 september werden de restanten van de 1st Airborne Division vanuit Oosterbeek naar de zuidoever geëvacueerd.

Aan Market Garden zitten twee boeiende en onderling nauw verbonden aspecten. Allereerst laat de operatie zien hoe dodelijk het effect van wensdenken kan zijn. Daarnaast bleek Market Garden in te druisen tegen de grondslagen van luchtlandingsoperaties. De gevolgen daarvan waren vooral duidelijk merkbaar bij de Slag om Arnhem.

Verrassingsovervallen

Eén militair-operationeel aspect van Market Garden springt onmiddellijk in het oog. Verrassing is misschien wel het belangrijkste wapen waarover luchtlandingseenheden beschikken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was in de VS en Groot-Brittannië een sterke, zelfbewuste en agressieve macht van luchtlandingseenheden ontwikkeld. Maar die was licht bewapend. Vijandelijke tanks en pantserwagens moesten ze bestrijden met draagbare raketwerpers en extra zware handgranaten.

Voor een militair is de remedie dan helder: zet via parachutes of (zweef)vliegtuigen in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk troepen zo dicht mogelijk bij het doel neer. Daarna is het zaak nog één of twee dagen vol te houden tot versterkingen arriveren. Verrassingsovervallen waren eerder in de oorlog al met enig succes toegepast.

Zoals in mei 1940 door de Duitsers: een klein groepje elitesoldaten landde toen boven op de Belgische forten bij Eben Emael en maakte korte metten met de bezetting. Ook geslaagd was de Britse overmeestering van belangrijke bruggen tijdens de invasie van Normandië. Vooral bij de ‘Pegasus Bridge’ – de brug over het kanaal van Caen – kwamen zweefvliegtuigen letterlijk op worpafstand van de brug tot stilstand.

Market Garden laat zien hoe dodelijk het effect van wensdenken kan zijn

Maar bij Arnhem ging het anders. Daar kozen de Britten landingsterreinen ten (noord)westen van Oosterbeek. De afstand tot de spoorbrug en de verkeersbrug was acht tot twaalf kilometer. De Britse planners wezen potentiële landingsterreinen dichter bij de bruggen af. Vooral de zuidoever van de Rijn vlak bij de verkeersbrug leek veelbelovend. Volgens de planners was de grond er echter te drassig.

De kans was groot dat zweefvliegtuigen zich met de neus zouden ingraven en over de kop zouden slaan. Bovendien kwam de luchtvloot met parachutisten en zweefvliegtuigen laag en langzaam aanvliegen: een gedroomd doelwit voor de Duitse luchtafweer. De Britten vreesden dat deze luchtafweer bij de Duitse garnizoensstad Arnhem te sterk zou zijn – een risico dat bij het rustige dorpje Oosterbeek veel minder groot was.

De Britse lichtbewapende luchtlandingsdivisie rukte op in de hoop dat de Duitsers niet zouden aanvallen. Het bataljon van Frost omzeilde met wat geluk de eerste echte Duitse weerstand. Het kostte niettemin zes uur om bij de Arnhemse verkeersbrug te komen. Een saillant detail: aan de Britse 1st Airborne Division was een Poolse parachutistenbrigade toegevoegd. Deze Polen moesten volgens de planning op de derde dag van de operatie landen. Waar? Juist ten zuiden van de verkeersbrug, in de polders die de planners ongeschikt achtten voor de Britse airbornes!

Het overrompelende effect van de operatie werd ook nog eens verminderd doordat de landingen niet in één slag plaatsvonden, maar werden uitgesmeerd over verscheidene dagen. De ‘vervoerders’ kregen op dit punt namelijk hun zin. De luchtmacht kon niet voldoende transportvliegtuigen leveren om de drie luchtlandingsdivisies in één keer over te brengen.

Twee lifts op één dag waren in principe wel mogelijk, maar de luchtmacht vond dat te vermoeiend voor de piloten. De schatting was bovendien dat misschien wel 40 procent van alle transport- en zweefvliegtuigen het niet zou halen. Het zou onmogelijk zijn om de gehavende luchtmachtsquadrons in de paar tussenliggende uren te reorganiseren voor een tweede aanval. De specialisten van de luchtmacht wonnen het pleit: er zou op 17 september maar één keer geland worden.

Het gevolg is evident: de 1st Airborne Division was op 17 september niet op sterkte. Bovendien moest zowat de helft van de wél gearriveerde soldaten op de landingsterreinen achterblijven om deze te beveiligen voor de tweede lift een dag later.

Hier past een interessant terzijde. Luitenant-generaal Frederick ‘Boy’ Browning was als korpscommandant de hoogste generaal die zou meevliegen. Hij nam echter zijn complete staf mee naar Nijmegen in 38 schaarse zweefvliegtuigen. Bij Arnhem had men deze vliegtuigen en manschappen heel wat beter kunnen gebruiken!

Flamboyante societyfiguur

Erg populair was Brownings dadendrang dus niet onder de collega-airbornes. Zijn staf kon ter plekke nauwelijks iets bijdragen vanwege de spreiding van de eenheden. Criticasters schamperden dat de flamboyante societyfiguur Browing, gehuwd met romancier Daphne du Maurier, de laatste kans wilde aangrijpen om troepen te commanderen vóór de oorlog voorbij zou zijn.

In de loop van 17 september werd de bittere werkelijkheid zichtbaar: de Duitsers legden een hoger operationeel tempo aan den dag, zoals dat in militair jargon heet. Op de ochtend van de landingen oefende het SS-opleidingsbataljon van majoor Sepp Krafft toevallig in de bossen bij Oosterbeek. Krafft improviseerde onmiddellijk een verdedigingslinie. Op deze linie liep het enige Britse plan dat enigszins in de buurt kwam van een verrassingsaanval stuk. Het verkenningseskadron moest in jeeps naar de Arnhemse bruggen scheuren. Krafft sneed de Britse verkenners juist op tijd het pad af.

Niet alleen dat zat tegen, ook de crème de la crème van de Duitse commandanten verbleef toevallig in de buurt van het operatiegebied. Sterker nog: de bekwame veldmaarschalk Walter Model had zijn hoofdkwartier opgeslagen in Oosterbeek. Model kon terugvallen op ervaren commandanten als parachutistengeneraal Kurt Student en de aanvoerders van de 9de en 10de SS-pantserdivisies, die bij toeval in de buurt aan het bijkomen waren van de strijd. Iedere Duitse soldaat wist hoe hij moest handelen bij vijandelijke luchtlandingen: ‘Rücksichtslos zupacken! Selbstständig handeln! Unbedingter Vernichtungswille!’

Alles draaide dus om het operationele tempo. De Britten leken zich deze waarheid minder goed te hebben ingeprent dan de Duitsers. Divisiecommandant generaal-majoor Roy Urquhart kwam niet uit de wereld van luchtlandingseenheden. Sterker nog: hij haatte vliegen. Maar luitenant-generaal Browning vond het niet zo’n probleem dat Urquhart zelf nog nooit uit een vliegtuig was gesprongen.

‘It did seem like a complicated way of committing suicide’, merkte een Britse piloot op

Urquhart maakte op 17 september al snel een cruciale fout door zijn commandopost te verlaten op zoek naar zijn voorste eenheden. Ingesloten door Duitsers, moest hij een nacht onderduiken op een Arnhemse zolder. Een paar honderd meter verderop probeerden zijn leiderloze bataljons tevergeefs de verkeersbrug te bereiken.

Tegelijk beseften de Britten wel degelijk ten volle de enorme risico’s van luchtlandingsoperaties. ‘It did seem like a complicated way of committing suicide,’ merkte een Britse piloot op. Een golf van wensdenken en euforie spoelde echter alle bezwaren weg. Medio augustus 1944 waren de geallieerden vanuit Normandië opgetrokken.

Een razende opmars volgde: Brussel viel op 3 september, Antwerpen een dag later. De Duitsers leken te wankelen. Volgens geallieerde inlichtingen zaten er hoogstens 4000 Duitse militairen in het opmarsgebied van Market Garden. Arnhem was een typisch garnizoensstadje en zou vooral oudere mannen met maagzweren huisvesten.

Genadeklap voor Market Garden

In deze euforie ging ook de groeiende stroom verontrustende berichten over een mogelijk Duits herstel in Zuid-Nederland ten onder. Generaal Brownings inlichtingenofficier probeerde zijn baas nog te waarschuwen: hij liet luchtfoto’s maken rond Arnhem, waarop inderdaad Duitse (pantser)voertuigen te zien waren. Browning reageerde gedecideerd, maar niet helemaal zoals de inlichtingenofficier verwachtte: hij werd op ziekteverlof gestuurd wegens tekenen van overspannenheid. Ook Browning zat vast in het denkkader dat de Duitsers zo goed als verslagen waren en de genadeklap snel moest komen. Alle bezwaren waren daaraan ondergeschikt.

Premier Winston Churchill sprak achteraf van ‘a decided victory’ en prees zich gelukkig met generaals die zulke risico’s durfden te nemen. Aan Market Garden lag de gok ten grondslag dat de strategische verrassing alle zwakheden in het plan – zoals de korte voorbereiding en de versnipperde landingsterreinen – zou compenseren.

Vóór de Duitsers begrepen wat er gebeurde, zou Montgomery al op weg zijn naar Berlijn. Market Garden ontbeerde echter één beslissende dimensie: een marge om fouten en tegenslagen op te vangen. Alle puzzelstukjes moesten op hun plaats vallen. Dit terwijl – om maar een voorbeeld te noemen – het complete XXX Corps moest oprukken over één enkele provinciale weg. Elke kapotgeschoten tank zorgde voor kostbare minuten, zo niet uren oponthoud. Dan is oprukken in twee dagen van de Belgische grens tot Arnhem wel erg optimistisch.

Volgens de geallieerden zaten er hoogstens 4000 Duitse militairen in het opmarsgebied

De bedrijfswereld kent dit fenomeen als escalation of commitment. Besluitvormers gaan door op de eenmaal ingeslagen weg, zelfs als de verontrustende signalen of mislukkingen toenemen. Gezonde durf wijkt dan al snel voor blinde koppigheid. Deze dynamiek werd bij Market Garden wellicht versterkt door de beschikbaarheid van een kersvers operationeel instrument op zoek naar een taak. Medio augustus was namelijk een nieuw geallieerd luchtlandingsleger van verscheidene divisies opgericht. Nederland leek vrijwel het laatste mogelijke inzetgebied, alleen al vanwege de beperkte actieradius van de transportvliegtuigen. Eisenhower wilde die nieuwe luchtlandingsdivisies graag eens gebruiken.

Montgomery vond Market Garden ‘90% succesvol’

Market Garden was een smet op het blazoen van Montgomery. Zijn fameuze uitspraak dat de operatie 90 procent succesvol was geweest, is natuurlijk onzin. De troepen waren niet om de Duitse Westwall heen getrokken en de Duitsers in West-Nederland raakten niet afgesneden. Het gebied rond Nijmegen bood wel mogelijkheden voor een hernieuwd geallieerd offensief, maar eerst moest heel Zuid-Nederland worden bevrijd.

Montgomery’s uitspraak dat de operatie 90 procent succesvol was geweest, is onzin

Dit hield Montgomery tot de winter bezig. De veldmaarschalk probeerde nog zijn gelijk te halen. Hij beweerde dat Market Garden volledig zou zijn geslaagd als Eisenhower hem maar alle middelen had gegeven. Eisenhower reageerde geërgerd: hij was als opperbevelhebber eigenlijk tegen de operatie geweest, maar had vertrouwd op Monty’s deskundigheid als troepencommandant.

Diverse carrières stokten na deze afgang: de vliegtuigenhatende commandant Urquhart kreeg niet de verwachte promotie en luitenant-generaal Browning mocht geen troepen meer aanvoeren op het slagveld. Hij vertrok naar Azië om een staffunctie te vervullen. En ook de Polen kregen een deel van de schuld. Hun rol was tragisch. De Poolse parachutistenbrigade was eigenlijk opgericht om Warschau te helpen bevrijden. Vandaar de lijfspreuk: ‘Via de kortste weg!’ Market Garden zou haar enige operatie in West-Europa zijn, zo was de Britse belofte.

De ironie wilde dat Market Garden samenviel met de Opstand van Warschau: de Poolse para’s kregen daardoor niet de kans hun landgenoten te hulp te schieten. Zowel Montgomery als Browning deelde de nodige sneren uit. De Polen zouden volgens hen slecht hebben gevochten. Het waren allemaal afleidingsmanoeuvres van gefrustreerde Britse commandanten. De werkelijke zwakte zat in Market Garden zelf ingebakken.

Ten slotte toch die ene ‘wat als?’-vraag. Zou Montgomery vanaf Arnhem inderdaad zijn doorgesneld naar Berlijn als operatie Market Garden een succes was geweest? Waren de troepen dan thuis geweest voor Kerstmis? Waarschijnlijk niet. Een dergelijke speerpuntachtige opmars zou uitermate kwetsbaar zijn geweest. Er waren sowieso nog wel de nodige obstakels te overwinnen – denk alleen al aan de oversteek van de IJssel. Ook de bevoorrading was nog lang niet op orde. Als Market Garden 100 procent was geslaagd, zou Montgomery zeker een voldongen feit hebben gecreëerd, maar de oorlog zou hij niet voor Kerstmis 1944 hebben beslist.

Meer weten

Inmiddels zijn duizenden boeken en artikelen over operatie Market Garden verschenen. Cornelius Ryans A Bridge too Far (1974) blijft een klassieker. Het boek werd drie jaar later bewerkt tot de fameuze film met dezelfde titel.
Wellicht de beste monografie is echter nog steeds Martin Middelbrooks Arnhem. The Airborne Battle, 17-26 September (1994).
In 2018 verscheen De slag om Arnhem van de Britse historicus Antony Beevor.
Voor de Duitse inspanningen zie vooral Robert Kershaws It never Snows in September. The German View of Market Garden and the Battle of Arnhem, September 1944 (1996).
Generaal Urquharts openhartige memoires Arnhem (1958) blijven verplicht leesvoer.

Een uitgebreide database biedt www.marketgarden.com. Goede artikelen zijn te vinden op www.historyofwar.org en www.pegasusarchive.org.