Home De Ierse kwestie: twee geloven op een kussen

De Ierse kwestie: twee geloven op een kussen

  • Gepubliceerd op: 21 oktober 2019
  • Laatste update 06 feb 2024
  • Auteur:
    Willem de Bruin
  • 11 minuten leestijd
De Ierse kwestie: twee geloven op een kussen

Meer dan 100 jaar na het uitroepen van de Ierse Vrijstaat is Groot-Brittannië nog altijd niet verlost van de ‘Ierse kwestie’. Het in meerderheid protestantse Noord-Ierland vormde het belangrijkste struikelblok op weg naar de uitgang van de Europese Unie. Hoe kon een eiland zó verdeeld raken?

De pogingen van Groot-Brittannië Ierland aan zich te onderwerpen zijn even hardnekkig als het verzet daartegen. In naam heersen de koningen van Engeland sinds de twaalfde eeuw over het eiland, maar hun gezag is wankel. Hendrik VIII is vastbesloten daar verandering in te brengen. Hij heeft daarvoor ook een religieus motief. In 1533 breekt de koning na een conflict met de paus met de katholieke kerk en richt de Church of England op, met hemzelf aan het hoofd. Hij en zijn opvolgers zullen vanaf dat moment protestanten stimuleren naar het eiland te verhuizen en – vergeefs – proberen het protestantse geloof ook aan Ierland op te leggen. In de noordelijke provincie Ulster hebben zich dan al Schotse emigranten gevestigd. Hier ontstaat uiteindelijk de grootste concentratie protestanten.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Het verzet tegen Engeland komt in een stroomversnelling aan het eind van de achttiende eeuw. Ierland is dan weinig meer dan een Engelse kolonie. Op papier is het een apart koninkrijk met een eigen parlement, in de praktijk heeft Londen het laatste woord. Katholieken, maar ook presbyterianen – een welvarende, maar politiek achtergestelde protestantse minderheid in Ulster – hebben weinig in te brengen. Onder invloed van de Amerikaanse en Franse Revolutie breekt in 1798 een opstand uit waarin presbyterianen en katholieken samen optrekken. De opstand wordt hardhandig neergeslagen en de door de rebellen nagestreefde onafhankelijkheid lijkt verder weg dan ooit.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

In een poging aan alle onrust een einde maken verstevigt premier William Pitt de greep van Londen. Zelfbestuur maakt in 1801 plaats voor het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland. Het parlement in Dublin wordt opgeheven en in plaats daarvan krijgen de Ieren 100 (van de 658) zetels in het Britse Lagerhuis. Van de door Pitt beloofde emancipatie van de katholieken komt weinig terecht. Hoewel de protestanten in Ierland hun autonomie ook kwijt zijn, ontpoppen zij zich in de negentiende eeuw als de felste verdedigers van de unie, waarin ze een bescherming zien tegen de machtsaanspraken van de katholieken.

Katholieke kiezers

In 1823 richt de advocaat Daniel O’Connell de Catholic Association op, die langs vreedzame weg de zaak van de Ierse katholieken wil bepleiten. Mede dankzij de steun van plaatselijke geestelijken groeit zijn organisatie uit tot een massabeweging. In 1826 weten katholieken voor het eerst in een aantal plaatsen hun gunstig gezinde kandidaten gekozen te krijgen. Katholieken mogen als ze aan bepaalde inkomenseisen voldoen wel stemmen, maar kunnen geen parlementslid worden. In 1828 besluit O’Connell zich evenwel bij tussentijdse verkiezingen in het district Clare toch verkiesbaar te stellen. Hij voert aan dat nergens in de wet staat dat dit niet mag. Als hij de verkiezingen met overmacht wint, zet hij Londen voor het blok. Hoewel de Britse premier Wellington weinig van katholieke emancipatie wil weten, haalt de conservatieve regeringsleider in 1829 bakzeil en voortaan kunnen ook katholieken lid worden van het parlement. Tegelijkertijd verhoogt de regering echter de inkomenseis voor kiesgerechtigden, waardoor het aantal Ierse kiezers van ruim 1 miljoen teruggaat naar minder dan 100.000.

Mislukte aardappeloogsten kosten tussen 1845 en 1850 ongeveer 1 miljoen Ieren het leven

In 1841 gooit O’Connell het met de oprichting van de Repeal Association over een andere boeg. Doel is nu de ontbinding van de unie met Engeland. Het is een stap met grote risico’s. De emancipatie van de katholieken is voor veel Engelsen nog wel bespreekbaar, de ontbinding van de unie is dat niet. Dat geldt in nog sterkere mate voor de protestanten in Ulster. De strijd tussen voor- en tegenstanders van onafhankelijkheid wordt hierdoor ook een strijd tussen beide religieuze kampen. Als O’Connells aanhang blijft groeien, besluit de regering in Londen in te grijpen en arresteert de leider van de Repeal Association op beschuldiging van hoogverraad. De actie heeft een averechts effect: al snel is O’Connell weer op vrije voeten, populairder dan ooit.

De Slag aan de Boyne

In 1685 wordt de kinderloze koning Charles II opgevolgd door zijn katholieke broer James II. Omdat ze bang zijn dat dit het begin is van een katholieke dynastie willen vooraanstaande protestanten hem vervangen door zijn protestantse dochter Mary, getrouwd met stadhouder Willem III. In 1689 wordt James II verjaagd en op 11 juli 1690 door Willem III in de Slag aan de Boyne in Ierland definitief verslagen. Deze gebeurtenis wordt door Noord-Ierse protestanten nog elk jaar herdacht door middel van zogenoemde Oranjemarsen, waarvan sommige op provocerende wijze door katholieke woonbuurten voeren.

Het gat dat O’Connell bij zijn overlijden in 1847 achterlaat wordt opgevuld door een nieuwe generatie activisten, zoals de Fenian Brotherhood, met aanzienlijk minder geduld. Voor de ‘Fenians’ staat vast dat onafhankelijkheid niet zonder geweld kan worden bereikt. In 1867 menen zij dat de tijd rijp is voor een gewapende opstand, maar het Britse leger slaat hard terug. De Fenians hebben echter duidelijk gemaakt dat wanneer hervormingen niet langs vreedzame weg tot stand komen, geweld op de loer ligt.

De grote hongersnood

In het midden van de negentiende eeuw wordt Ierland getroffen door een hongersnood van ongekende omvang. Oorzaak is een zich snel verspreidende aardappelziekte. Aardappelen zijn het belangrijkste voedsel van de plattelandsbevolking. Veel gezinnen leven van kleine stukjes grond die nauwelijks voldoende opbrengen. De meeste grond is in handen van Engelse grootgrondbezitters, die zich amper bekommeren om hun pachters. ‘The Great Famine’ kost aan ongeveer 1 miljoen mensen het leven, en nog veel meer Ieren emigreren naar vooral Amerika. Deze episode versterkt de anti-Britse gevoelens in Ierland.

In 1868 wint de liberale leider William Gladstone de verkiezingen, met Ierland als belangrijkste agendapunt. Gladstone onderkent dat het grootgrondbezit een belangrijke oorzaak is van de armoede op het Ierse platteland. Zijn voorstellen voor een landhervorming worden evenwel door een succesvolle lobby van grootgrondbezitters sterk afgezwakt.

Gladstone wordt in 1874 afgelost door de conservatief Benjamin Disraeli, die aan Ierse kant met een nieuwe opponent te maken krijgt. Charles Stewart Parnell is telg van een protestantse Engels-Ierse familie van grootgrondbezitters. Desondanks werpt hij zich op als pleitbezorger van Iers zelfbestuur, voor protestanten én katholieken. In 1875 wordt Parnell in het Lagerhuis gekozen. Hij is tegen geweld, maar evenmin van plan lijdzaam af te wachten tot welke concessies de Britse regering bereid is. Zijn instrument wordt de Home Rule Party. Gladstone, die in 1880 opnieuw aan het bewind komt, probeert de Ierse oppositie met een nieuwe landhervormingswet de wind uit de zeilen te nemen, maar desondanks boekt de Home Rule Party in 1885 een grote verkiezingsoverwinning. Gladstone zelf verliest zetels en is voor een meerderheid afhankelijk geworden van Parnells partij. Het plaatst hem voor een dilemma. Zonder steun van de Home Rule Party raakt hij de macht weer kwijt, maar ingaan op de eis van Iers zelfbestuur kan zijn eigen partij splijten. Dat laatste gebeurt inderdaad als Gladstone de gok neemt en in 1886 een wetsvoorstel voor Iers zelfbestuur indient. De Liberale Unionisten splitsen zich af en de daaropvolgende verkiezingen worden gewonnen door de conservatieven.

Parnells politieke carrière kent een onverwacht einde als hij al jaren een verhouding blijkt te hebben met de vrouw van een prominente partijgenoot. De kranten meten de affaire breed uit en de Home Rule Party belandt in een crisis. In 1900 vinden voor- en tegenstanders van de voormalige partijleider elkaar weer in de Irish Parliamentary Party, met de advocaat John Redmond als aanvoerder.

Redmond treedt aan op een moment dat het Ierse nationalisme steeds meer van karakter verandert. Werd in 1798 nog – vergeefs – geprobeerd katholieken en protestanten te verenigen tegen de regering in Londen, een nieuwe lichting nationalisten streeft naar een onafhankelijk Ierland dat zijn Keltische wortels weer koestert en waar het katholicisme de leidende godsdienst is. Een exponent van deze stroming is de in 1905 opgerichte politieke partij Sinn Féin, die er onomwonden naar streeft alle banden met Groot-Brittannië te verbreken. Van Sinn Féin lopen lijnen naar de uit de Fenians voortgekomen Irish Republican Brotherhood, die alle Britten het land uit wil hebben.

Burgeroorlog dreigt

Zelfbestuur binnen het Verenigd Koninkrijk komt opnieuw dichterbij als liberalen en conservatieven in 1910 precies evenveel zetels halen. De liberale leider Herbert Asquith sluit hierop een pact met Redmonds partij en zijn regering dient een tweede wetsvoorstel in voor Iers zelfbestuur. Dat is echter buiten de protestanten in Ulster gerekend. Edward Carson, leider van de Irish Unionist Party, dreigt met geweld als Londen niet inbindt. Een half miljoen inwoners van Ulster tekenen een verklaring waarin zij plechtig beloven ‘alles te doen’ om zelfbestuur tegen te houden. De kort daarna opgerichte Ulster Volunteer Force weet in korte tijd meer dan 100.000 vrijwilligers te rekruteren. De nationalisten antwoorden met de oprichting van de Irish Volunteers. Een burgeroorlog dreigt.

Ook de conservatieven komen nu in beweging. Partijleider Andrew Bonar Law zegt achter de unionisten in Ulster te blijven staan, maar stelt voor het protestantse noorden bij zelfbestuur af te scheiden van het katholieke zuiden. Hoewel dit indruist tegen Carsons oorspronkelijke standpunt, gaat de leider van de unionisten in 1913 alsnog akkoord. Door dit compromis is er voor het eerst een parlementaire meerderheid voor zelfbestuur binnen het Verenigd Koninkrijk, al is de afsplitsing van Ulster voor radicale nationalisten onaanvaardbaar.

The Troubles

De economische neergang van Groot-Brittannië in de jaren zestig treft ook Noord-Ierland, het meest geïndustrialiseerde deel van het eiland. De spanningen tussen protestanten en katholieken, die eens te meer met hun achtergestelde positie worden geconfronteerd, lopen op: het begin van de ‘Troubles’. Als het conflict escaleert, stuurt de Britse regering het leger en neemt zij in 1972 ook het bestuur weer over. Het resultaat is een verdere escalatie, een bloedige burgeroorlog die meer dan 3500 mensen het leven kost. Aan de strijd komt pas een einde met het Goedevrijdagakkoord van 1998.

De druk gaat even van de ketel als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt en de invoering van de Home Rule Act wordt opgeschort. Het is dan nog ieders overtuiging dat de oorlog binnen een jaar is afgelopen. Voor de protestanten in Ulster spreekt het voor zich dat zij meevechten aan Britse zijde. Aan nationalistische kant ligt dit een stuk gevoeliger. Wie is de grootste vijand: Groot-Brittannië of de asmogendheden? Het leidt tot een splitsing van de gelederen. Uiteindelijk vertrekt een meerderheid van de Irish Volunteers naar het front, waar ze ervaren dat Engelse en Ierse soldaten allesbehalve als gelijken worden behandeld.

Paasopstand

Achtergebleven nationalisten uit de hoek van de Irish Republican Brotherhood menen dat de oorlog een uitgelezen kans biedt de Britten in Ierland een slag toe te brengen, maar door een gebrekkige voorbereiding loopt de opstand die in 1916 met Pasen wordt ontketend op een mislukking uit. De Britse autoriteiten schuiven de schuld voor de opstand in de schoenen van Sinn Féin. De arrestatie en daaropvolgende executie van een aantal van haar leiders wekken veel verontwaardiging; Sinn Féin wint sterk aan populariteit. Bij de eerste algemene verkiezingen na de oorlog boekt Sinn Féin, mede dankzij een uitbreiding van het kiesrecht, een monsteroverwinning en gaat van 7 naar 75 zetels. De unionisten in Ulster gaan van 18 naar 26 zetels, waarmee de splitsing van Ierland dichterbij komt. De Sinn Féin-kandidaten weigeren hun zetels in Westminster in te nemen en richten in plaats daarvan in Dublin een eigen parlement – de Dáil Éireann – op, dat de unionisten op hun beurt boycotten.

Op de dag dat het Ierse parlement voor het eerst bijeenkomt, 21 januari 1919, wordt bij een steengroeve in de buurt van Tipperary een explosieventransport van het Britse leger overvallen, waarbij twee doden vallen. De daders zijn leden van de Irish Republican Army (IRA), een kort daarvoor opgerichte organisatie die zich manifesteert als de militaire tak van Sinn Féin. De overval markeert het begin van wat de geschiedenis in zal gaan als de Onafhankelijkheidsoorlog, tussen aan de ene kant IRA en Brotherhood en aan de andere Britse troepen en door hen gesteunde paramilitaire organisaties als de Black and Tans. In de uiterst wrede strijd wordt bij aanslagen en guerrilla-acties de burgerbevolking niet gespaard.

Lloyd George, de voorlopig laatste liberale premier, beseft dat Engeland dit niet lang kan volhouden en weet in juli 1921 een wapenstilstand te bereiken. De vredesonderhandelingen leiden tot verdeeldheid binnen Sinn Féin over de vraag of vastgehouden moet worden aan een ongedeeld Ierland. De eerder door Lloyd George ingediende Government of Ireland Act voorziet in apart zelfbestuur voor noord en zuid met twee parlementen, een in Dublin en een in Belfast. De protestanten in Ulster behouden in deze opzet de door hen zo gekoesterde band met de unie. In Sinn Féin winnen na lang touwtrekken de pragmatici en op 6 december 1921 wordt door beide partijen het Anglo-Iers Verdrag getekend, dat de geboorte markeert van de Ierse Vrijstaat, een dominion met dezelfde status als Canada.

Zes van de negen county’s van Ulster blijven als Noord-Ierland deel uitmaken van het Verenigd Koninkrijk. Dat laatste is voor veel nationalisten onverteerbaar. Het parlement in Dublin keurt het verdrag met slechts een kleine marge van 64 tegen 57 stemmen goed. Het is de opmaat naar een al even wrede als meedogenloze strijd tussen nationalisten onderling, die begin 1923 door de voorstanders van het verdrag wordt beslecht. De Ierse Vrijstaat is uiteindelijk een tussenstap naar de in 1948 uitgeroepen Ierse Republiek, die alle banden met het Britse Gemenebest verbreekt.

Meer weten

  • Ireland 1798-1998 (1999) door Alvin Jackson.
  • Oranje tegen de Zonnekoning – De strijd van Willem III en
  • Lodewijk XIV om Europa (2016) door Luc Panhuysen.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 11 - 2019