Home Op zoek naar het goud van de Daciërs

Op zoek naar het goud van de Daciërs

  • Gepubliceerd op: 26 juni 2024
  • Laatste update 03 jul 2024
  • Auteur:
    Mirjam Janssen
  • 8 minuten leestijd
Op zoek naar het goud van de Daciërs

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Veel Roemeense steden hebben straten die zijn genoemd naar de koningen Boerebista en Decebalus. Ook zie je overal beelden van een wolvenkop met een drakenlijf opduiken. En dan is er nog het automerk Dacia. Allemaal verwijzingen naar de Daciërs, een volk dat 2000 jaar geleden in deze contreien leefde. De Grieken en Romeinen hebben over hen geschreven, maar zelf deden ze dat niet. Archeologische vondsten moeten hun kant van het verhaal vertellen.

Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Een van de belangrijkste vindplaatsen is Sarmizegetusa Regia in de Zuidelijke Karpaten, de zogenoemde hoofdstad van de Daciërs. In een mistig berglandschap omgeven door bossen liggen de resten van zeven tempels. Het is een voelbaar magische plek en nu alleen nog woonoord van een paar Karpatische herdershonden, die de site waarschijnlijk moeten bewaken, maar meerennen met de bezoekers – tuk op lekkers en aandacht.

Waar woonde de koning? Er zijn nergens overblijfselen van een paleis

De archeologen Maria-Magdalena Stefan en Aurora Petan doen al jaren onderzoek naar de Daciërs en leggen uit wat er te zien is. Van de tempels zijn alleen de onderste delen van de zuilen nog over, waarschijnlijk waren ze verder van hout. Er werd hier ook gehandeld, onder meer in ijzer, en koning Decebalus woonde er. Maar waar dan? Er zijn geen overblijfselen van een paleis. Toch stelt Stefan dat de rijkdom van de plek en de vondst van gouden voorwerpen de titel hoofdstad rechtvaardigen.

Een hond ligt bij Sarmizegetusa Regia.
Een Karpatische herdershond bij Sarmizegetusa Regia.

Gehard bergvolk

Twee millennia geleden zagen de Karpaten in Transsylvanië er anders uit dan tegenwoordig: ruiger, minder bosrijk. Daardoor konden de Daciërs zich via de bergriffen verplaatsen en hoefden ze minder via de dalen te reizen. Aurora Petan heeft de regio onderzocht met lidar, een technologie die vanuit de lucht een gebied in kaart brengt met lichtlasersignalen. Zo ontstaat een hoogteprofiel zonder bomen en planten. En wat blijkt: op 4000 plaatsen onder de bebossing is sprake van terrassen. Op die plekken hebben de Daciërs de bergen geëgaliseerd om er te bouwen. Wat er nu uitziet als een rustig bosgebied, was ooit een dichter bewoonde streek van een bergvolk.

Maar hoe de Daciërs er precies leefden, is onderwerp van discussie. Gouden en zilveren objecten, zoals te zien zijn in het Drents Museum in Assen, vormen aanwijzingen. Duidelijk is dat de Daciërs bekwame edelsmeden waren. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een topstuk als een in goud nagemaakte leren helm, versierd met afbeeldingen van lynxen en griffioenen. En uit zware, spiraalvormige armbanden, gemaakt uit één stuk puur goud. Dat edelmetaal zeefden de Daciërs uit de rivieren, waarschijnlijk hakten ze het goud nog niet uit. Ze waren in staat tot op de gram nauwkeurig het gewicht van zilveren en gouden voorwerpen te bepalen.

Helm en armbanden van de Daciërs
Helm (vierde eeuw voor Christus) en spiraalarmbanden (eerste eeuw voor Christus) van de Daciërs.

Veel sieraden en munten zijn gevonden rondom nederzettingen, op plaatsen waar ze die zelf in de grond moeten hebben gestopt. En lang niet altijd als grafgiften, waarschijnlijk hadden de voorwerpen een rituele functie. Volgens de Griekse historicus Herodotus aanbaden de Daciërs de god Zalmoxis, die kennis had over de onsterfelijkheid van de ziel. Maar archeologen hebben geen idee hoe hun geloof er verder uitzag. Bij een andere opgraving, Piatra Roșie, wijst Maria-Magdalena Stefan op de resten van een kleine tempel. De ronde, gesloten kant is gericht op het noordwesten, zoals zoveel heiligdommen uit deze periode. Maar wat betekent dat? Niemand die het weet. ‘Misschien moet je het omdraaien,’ zegt Stefan. ‘En gaat het om de ingang op het zuidoosten, waar de zon opkomt.’

Lokaal goud

Lange tijd was niet zeker waar het goud voor de sieraden, kledingaccessoires en tafelgerei van de Daciërs vandaan kwam. Na atoom- en nucleair onderzoek is inmiddels duidelijk dat ze zijn gemaakt van ongeraffineerd lokaal goud, waarin nog sporen van koper en zilver zitten. De Daciërs konden metalen nog niet van elkaar scheiden. Het zilver dat ze gebruikten kwam uit een andere regio.

Wat de Daciërs met hun doden deden is evenmin zeker. Soms cremeerden ze die, maar in de eerste eeuw na Christus zijn daar geen sporen van. Wel zijn op verschillende plaatsen in de regio kuilen gevonden met skeletten van mensen die een gewelddadige dood waren gestorven – vermoedelijk was er sprake van mensenoffers.

En zo gaan de vragen verder. Bevat het hedendaagse Roemeens bijvoorbeeld nog sporen van het Dacisch? Komen woorden die niet tot het Romeins of Grieks zijn te herleiden misschien uit een andere oeroude taal?

Romeinse overwinning

Zeker is wel dat de Daciërs een welvarend volk waren, dat leefde op een kruispunt van culturen. Hun regio verbond het Middellandse Zeegebied met andere delen van Europa. Volgens hun tijdgenoten handelden ze in zout, vee en slaven, en bezaten ze goud- en zilverschatten. In de eerste eeuw voor Christus wist koning Boerebista de Daciërs te verenigen en omliggende stammen te onderwerpen. Even dreigde een oorlog met het Romeinse Rijk, maar voor het zover kwam werd hij tijdens een opstand vermoord.

Netflix-documentaire

Op Netflix is The Hunt for the Transylvanian Gold (2016) te zien. De documentaire toont de jacht op gouden armbanden van de Daciërs. Na de val van het communisme ging de lokale bevolking met metaaldetectoren, die opeens beschikbaar kwamen, op onderzoek uit in de bossen. Soms met succes: ze verkochten hun vondsten aan het buitenland. De Roemeense politie heeft slechts een deel ervan weten terug te halen.

Na een rustige periode begon de Dacische koning Decebalus de Romeinen te tergen. Dat leidde tot twee oorlogen, die de Romeinen in 106 n.Chr. definitief wonnen. Na een lange belegering viel Sarmizegetusa Regia en sneed Decebalus zelf zijn keel door om te voorkomen dat de vijand hem levend in handen kreeg. Maar de Romeinen kregen zijn lichaam wel te pakken: zijn hoofd werd bij keizer Trajanus bezorgd. Ook namen ze al zijn bezittingen in. Goud, zilver, stoffen, bont, vee en 50.000 slaven werden afgevoerd naar Rome.

Trajanus liet in Rome een triomfzuil neerzetten, waarop de overwinning op de Daciërs als een stripverhaal is weergegeven, te zien is hoe de schatten worden ingepakt en meegenomen. De grote hoeveelheid goud die er plotseling op de markt kwam, leidde zelfs in Alexandrië tot een koersdaling van 26 procent. Nooit heeft een Romeins leger zoveel geroofd als van de Daciërs.

Replica van de zuil van Trajanus: de schatten van de Daciërs worden ingepakt.
Replica van de zuil van Trajanus: de schatten van de Daciërs worden ingepakt.

Dappere voorouders

In de communistische tijd, in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw, deden archeologen opgravingen naar de Daciërs. Maar ze sprongen onzorgvuldig om met de sporen van de oude beschaving, zoals ook in Sarmizegetusa Regia het geval was. Ze hebben er met overgebleven stenen een weg opnieuw aangelegd en een muur gedeeltelijk herbouwd.

Nooit heeft een Romeins leger zoveel geroofd als van de Daciërs

De communistische leider Nicolae Ceaușescu verwees graag naar zijn roemruchte voorgangers. Vooral omdat hij hen kon gebruiken in zijn eigen verhaal: na 1968 maakte Roemenië zich los van de Sovjet-Unie en ging meer zijn eigen weg. Dat deed Ceaușescu denken aan de dappere voorouders die zich tegen de Romeinen hadden gekeerd.

Voor de voormalige militaire academie in Boekarest, nog gebouwd door de communisten, is in twee enorme muren de geschiedenis van Roemenië uitgehakt. En die begint natuurlijk met een gevecht van de Daciërs tegen de Romeinen. Daarbij heffen ze een hoorn in de vorm van een wolf met een drakenlijf. Sinds de ondergang van het communisme in 1989 zijn de opgravingen naar de Daciërs hervat en zijn er nieuwe vondsten gedaan, ook door illegale schatzoekers.

In deze muur is de geschiedenis van Roemenië uitgehakt. Links vechten Daciërs met Romeinen. Bovenin een hoorn in de vorm van een wolf met een drakenlijf.
In deze muur is de geschiedenis van Roemenië uitgehakt. Links vechten Daciërs met Romeinen. Bovenin een hoorn in de vorm van een wolf met een drakenlijf.

Rond de laatste eeuwwisseling raakte Roemenië in de ban van de ‘daciamania’: nationalisten verwezen naar de Daciërs als symbool van een tijd waarin alles nog goed was. Het was heimwee naar een onbestemd verleden, want zo glorieus liep het niet af met de Daciërs. Nadat ze in 106 waren verslagen werd hun gebied een provincie van Rome, dat er enorme hoeveelheden goud begon te delven. De Romeinen voerden zo’n 150.000 Daciërs af naar andere streken. De rest vermengde zich op den duur met Romeinse kolonisten en andere volken die in de regio kwamen wonen. Daarom is eigenlijk ook niet vol te houden dat de Daciërs de directe voorouders zijn van de huidige Roemenen. Maar wie ze ook waren, hun heldenverhalen en hun schatten spreken nog altijd tot de verbeelding.

Tentoonstelling

In het Drents Museum in Assen zijn gouden en zilveren topstukken te zien uit onder meer het Nationaal Historisch Museum in Boekarest. Ze stammen uit de midden- en late Bronstijd, de vroege IJzertijd, de tijd van de Dacische beschaving en de Romeinse tijd – een tijdspanne van 2500 jaar. Dacia. Rijk van goud en zilver is van 7 juli 2024 tot en met 26 januari 2025 te bezoeken: www.drentsmuseum.nl.

Foto’s: National History Museum of Romania/Marius Amarie; Paul Klarenbeek.