Home Dossiers Koude Oorlog Hoe de Berlijnse Muur de Sovjet-Unie overeind hield

Hoe de Berlijnse Muur de Sovjet-Unie overeind hield

  • Gepubliceerd op: 28 april 2011
  • Laatste update 25 mei 2023
  • Auteur:
    Willem Melching
  • 13 minuten leestijd
De Berlijnse Muur wordt gebouwd
Wereldleiders tijdens de Koude Oorlog.
Dossier Koude Oorlog Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Met de bouw van de Berlijnse Muur in 1961 maakte het DDR-regime een einde aan de niet te stoppen vluchtelingenstroom naar het Westen. Meer dan 120 kilometer beton, prikkeldraad, antitankversperringen en wachttorens omringden voortaan West-Berlijn. De Berlijnse Muur maakte pijnlijk duidelijk dat het socialistische experiment was mislukt. Maar hij bood het regime zoveel stabiliteit dat de DDR nog tot 1989 kon doormodderen.

Veel historici zijn geneigd om de grote crises in de Koude Oorlog te zien als een confrontatie tussen de twee supermachten. Het is de vraag of dit juist is. De kritieke momenten in de Koude Oorlog, zeker in Europa, waren veel meer het gevolg van de structurele crisis in het Sovjet-imperium. Het Westen had in de regel geen enkele actieve bemoeienis met het ontstaan ervan. Vaak was er zelfs sprake van een coöperatieve houding, al was het maar om erger te voorkomen.

Meer lezen over de Koude Oorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Bij geen van de grote crises als de opstand in de DDR in 1953, de opstanden in Polen en Hongarije in 1956, de Berlijn-crisis van 1958-1961, de Praagse Lente in 1968 en in later jaren de onrust in Polen was het Westen rechtstreeks betrokken. Ze waren het gevolg van het feit dat het socialisme tussen 1945 en 1991 in Oost-Europa geen enkele legitimiteit bij de bevolking wist te verwerven. De economische successen en het ontspannen politiek-culturele klimaat in het Westen maakten pijnlijk duidelijk dat het socialisme een mislukking was.

Dankzij de doorlaatbare grens konden Oost-Duitsers de twee systemen eenvoudig met elkaar vergelijken. Nergens was het verschil zo duidelijk en tastbaar als in Berlijn, waar Oost en West letterlijk aan elkaar raakten. In het Westen was het Wirtschaftswunder op gang gekomen. Bovendien was de Oost-Duitse jeugd erg gecharmeerd van verderfelijk Amerikaans cultuurgoed als mode, films en rock-’n-rollmuziek. De vergelijking viel zo slecht uit dat de Oost-Duitsers met honderden per dag wegliepen.

De merkwaardige status van Berlijn was het gevolg van de onderhandelingen en afspraken tussen de geallieerden tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog. Na de onvoorwaardelijke overgave werd Duitsland in vier zones verdeeld, en Berlijn in vier sectoren. De voormalige Reichshauptstadt Berlijn lag midden in de Sovjetzone, en elke sector van de stad had een eigen opperbevel.

Berlijnse Muur dicht gapende wond in het IJzeren Gordijn

Stalins wensdroom was een herenigd en neutraal Duitsland, dat na het vertrek van de Amerikanen onvermijdelijk in de Sovjet-invloedssfeer zou raken. Maar de Amerikanen bleven en de bevolking keerde zich massaal af van het communisme. Stalin bleef niets anders over dan zijn eigen zone om te bouwen in een communistisch bolwerk en op een of andere manier te proberen een einde te maken aan de viermachtenstatus van Berlijn. Al in het voorjaar van 1946 was de Duitse deling onafwendbaar.

Een eerste poging om West-Berlijn in handen te krijgen was een blokkade. Stalin sloot de toegang over land en water naar West-Berlijn af. Maar van juni 1948 tot en met mei 1949 wisten Groot-Brittannië en de Verenigde Staten West-Berlijn met een luchtbrug te bevoorraden. Deze krachtsinspanning maakte duidelijk dat het de geallieerden ernst was met hun aanwezigheid in Berlijn.

De Berlijnse Muur wordt gebouwd
De Berlijnse Muur wordt gebouwd.

Al vanaf 1952 veranderde de Duits-Duitse grens letterlijk in een ‘ijzeren gordijn’. De stroom vluchtelingen die de DDR wilde verlaten bleef maar één route over: Berlijn. De geallieerden hadden namelijk afgesproken dat er tussen de vier sectoren van de stad vrij verkeer mogelijk moest zijn. Zo behielden de Oost-Duitsers ondanks de afgrendeling van de reguliere grens de mogelijkheid om het land te verlaten. Wie weg wilde kocht een treinkaartje naar Oost-Berlijn en stapte aldaar over op de S- of U-Bahn. Als je je onopvallend gedroeg en geen bagage bij je had viel je niet op tussen de tienduizenden forensen die dagelijks heen en weer reisden.

West-Berlijn veranderde zo in een gapende wond waaraan de DDR dreigde dood te bloeden. De vertrekcijfers spreken boekdelen. In 1952 vluchtten er al circa 200.000 mensen, in 1953 nam het aantal toe tot 350.000. Het ging voornamelijk om goed opgeleide jongelui; dat maakte de economische en demografische catastrofe voor de DDR compleet. In totaal zouden tot 13 augustus 1961 meer dan 2,7 miljoen mensen het land verlaten – een fikse aderlating op een bevolking van 16 à 18 miljoen zielen.

Berlijnse Muur: de grens moet dicht

De falende economie, het botte optreden van de Oost-Duitse partijleider Ulbricht en de permanente stroom vluchtelingen maakten van de DDR een blok aan het been van de Sovjet-Unie. Maar Sovjetleider Chroesjtsjov was van mening dat juist in het hoogontwikkelde Duitsland het socialisme een succes moest worden. Als het socialisme daar al niet slaagde, waar dan wel? Zo werd het welslagen van het socialisme op Duitse bodem een prestigekwestie voor de Sovjet-Unie en haar bondgenoten.

Om het probleem van de leegloop van zijn land op te lossen had Ulbricht twee opties. Of hij verbeterde de economie, zodat het land aantrekkelijk zou worden voor de Oost-Duitsers, of hij sloot de grens tussen Oost- en West-Berlijn om vertrek voorgoed onmogelijk te maken.

Als het socialisme al niet in de DDR slaagde, waar dan wel?

De eerste optie was onhaalbaar. De planeconomie bleef ver achter bij het Wirtschaftswunder in het Westen en de Sovjet-Unie was niet in staat om onbeperkt subsidies te verstrekken. Chroesjtsjov had de handen vol aan zijn eigen economische problemen.

De tweede optie, het sluiten van de grens, was riskant en politiek omstreden. De DDR had formeel geen enkele jurisdictie in Berlijn; het gezag berustte bij de vier geallieerde sectorcommandanten. Deze optie had daarom een internationale dimensie. Ulbricht was ervoor afhankelijk van de Sovjets en de bondgenoten. Om zijn regime te redden, moest hij Chroesjtsjov zien te overtuigen van de noodzaak de grens te sluiten.

Ulbrichts strategie was simpel, maar effectief. Hij zette Chroesjtsjov voortdurend onder druk om iets aan de situatie te doen. De Amerikaanse historica Hope Harrison, auteur van een standaardwerk over de bouw van de Berlijnse Muur, wijst erop dat het optreden van Ulbricht een typisch voorbeeld is van hoe een klein land door onophoudelijk zeuren een supermacht onder druk kan zetten.

De confrontatie uit de weg

Chroesjtsjov besefte dat hij de DDR economisch nooit op het niveau zou kunnen brengen van de Bondsrepubliek. Hij moest dus een politieke oplossing zien te vinden. Dat probeerde hij te doen door het Westen op 27 november 1958 een ultimatum te stellen. Binnen een halfjaar zou de Sovjet-Unie haar gezag over Berlijn aan de DDR overdragen en een apart vredesverdrag sluiten. Dat was natuurlijk onaanvaardbaar: de DDR bestond volgens het Westen niet eens, laat staan dat het land een serieuze gesprekspartner kon zijn.

Chroesjtsjov boekte desondanks een bescheiden resultaat met zijn ultimatum: de Britten en Amerikanen waren bereid tot gesprekken. Uit verschillende ontmoetingen bleek weliswaar dat ze niet van plan waren hun rechten in West-Berlijn op te geven, maar ook niet uit waren op een nucleaire confrontatie.

In de loop van 1961 kwam de crisis tot een climax. In maart deed Ulbricht op een conferentie van het Warschau-pact het voorstel om de grens volledig af te sluiten met prikkeldraad. De Sovjets wilden er nog niet aan. Zij gokten op het intimideren van de – volgens hen niet zo snuggere – jonge president Kennedy.

Dat Kennedy de confrontatie uit de weg wilde gaan had Chroesjtsjov goed aangevoeld. In een ontmoeting met Chroesjtsjov in juni 1961 wees de Amerikaanse president nadrukkelijk op de geallieerde rechten in West-Berlijn. Hij hamerde op de zogenoemde three essentials – het recht op toegang, aanwezigheid en politieke vrijheid in West-Berlijn. Maar door zich zo expliciet te beperken tot West-Berlijn maakte hij de Sovjets subtiel duidelijk dat hij met een eventuele verandering van de status van Oost-Berlijn akkoord zou gaan.

Leegloop

De crisis in de DDR duurde onverminderd voort. Alleen al in juni verlieten meer dan 20.000 mensen het land. De vluchtelingenstroom nam alleen nog maar toe door een merkwaardige ‘verspreking’ van Ulbricht tijdens een persconferentie op 15 juni. Op een vraag naar de grens antwoordde Ulbricht volkomen onverwacht met de woorden: ‘Niemand hat die Absicht eine Mauer zu errichten.’ Dat hij daarmee de bouw van een muur juist ter sprake bracht, was waarschijnlijk opzet. Hij wilde zo de chaos vergroten en daarmee Chroesjtsjov verder onder druk zetten. Bij de bevolking sloeg inderdaad de Torschlusspanik toe. Het aantal vluchtelingen liep op tot meer dan duizend per dag.

De consequenties van een ineenstorting van de DDR voor de Sovjet-Unie laten zich gemakkelijk raden. Chroesjtsjov zat nu klem. Op 6 juli gaf hij Ulbricht toestemming om de volledige afsluiting van de grens voor te bereiden. In een televisierede op 25 juli herhaalde Kennedy de three essentials nog eens. Een paar dagen later merkte hij tegen een naaste medewerker op: ‘De DDR glipt Chroesjtsjov uit de vingers. Dat kan hij niet laten gebeuren. Hij moet iets doen om de vluchtelingenstroom te stoppen – misschien wel een muur. En wij kunnen niets doen om dat te verhinderen.’

Kennedy was wel bereid om een oorlog te voeren als de eigen invloedssfeer in het geding was, maar hij voelde zich niet geroepen om de Oost-Duitsers te hulp te komen. Het is de vraag of dit verstandig was, want zo tolereerde hij een tamelijk essentiële verandering van de status-quo.

Maar ook de Sovjets bleven strikt gesproken binnen de eigen invloedssfeer. Zij stopten de vluchtelingenstroom, niet door een aanval op West-Berlijn, maar door de éígen grens hermetisch af te sluiten. Welke van de twee partijen meer gezichtsverlies leed is duidelijk. Het socialisme zou het stigma van de Berlijnse Muur nooit meer kwijtraken.

Berlijnse Muur werd plotseling opgetrokken

Op 3 augustus was er op verzoek van Ulbricht een topontmoeting van het Warschau-pact. Hier werd besloten dat de Oost-Duitsers de grens voorlopig mochten afsluiten met prikkeldraad. Bleef een reactie van het Westen uit, dan kon de bouw van een betonmuur van start gaan. De motivatie voor dit besluit was duidelijk: de moeilijke economische situatie in de DDR en de onweerstaanbare verleidingen uit het Westen waren met gewone middelen niet meer te bestrijden. Er zat niets anders op dan de Oost-Duitsers in het arbeiders- en boerenparadijs op te sluiten.

Ulbricht had bedacht dat het Westen op een zondagochtend moest worden verrast en koos voor de nacht van zaterdag 12 op zondag 13 augustus om Oost-Berlijn hermetisch van West-Berlijn af te sluiten. De actie verliep vlekkeloos. De bevolking was woedend, maar kwam niet in opstand. Het Westen reageerde inderdaad niet. Kennedy was niet van plan om zijn zeiltochtje te onderbreken; andere regeringsleiders waren eveneens onbereikbaar. Ook West-Duitse politici, onder wie bondskanselier Adenauer, ondernamen niets. Uitzondering was de Berlijnse burgemeester Willy Brandt, die een woedende brief schreef aan Kennedy en een grote protestdemonstratie organiseerde. Maar ook dat hielp weinig.

De moeilijke economische situatie in de DDR en de onweerstaanbare verleidingen uit het Westen waren met gewone middelen niet meer te bestrijden. Er zat niets anders op.

Geheel volgens plan verschenen vier dagen later al de eerste betonblokken. Blokken waarvan de stoep voor de huizen in West-Berlijn lag, werden dichtgemetseld. De dichte vensters aan de Bernauerstraße werden het symbool van de onmenselijkheid van het Oost-Duitse systeem. Typerend voor de houding van het Westen is het commentaar van Kennedy: ‘Het is geen elegante oplossing, maar een muur is heel wat beter dan een oorlog.’

De DDR-bevolking kreeg te horen dat de NAVO op het punt stond het Oostblok aan te vallen. Daarom kreeg de Berlijnse Muur in de DDR-propaganda de erenaam van Antifaschistischer Schutzwall. Natuurlijk was er natuurlijk niemand die dit werkelijk geloofde, met uitzondering van de PvdA-politici Jan Nagel en Ien van den Heuvel, die in 1975 van mening waren dat de bouw van de Berlijnse Muur een ‘historisch juiste’ beslissing was.

Vluchten was levensgevaarlijk

In geen enkele documentaire over de Berlijnse Muur ontbreken de beelden van de confrontatie tussen Sovjet- en Amerikaanse tanks bij Checkpoint Charlie op 27 oktober 1961. Maar in feite ging het hier om een achterhoedegevecht. Tegen de geallieerde afspraken in had een DDR-grenswacht een Amerikaanse diplomaat om zijn papieren gevraagd. Blijkbaar probeerde Ulbricht zijn bevoegdheden geleidelijk uit te breiden. Maar de Amerikaan weigerde, aangezien geallieerden alleen door Sovjets gecontroleerd mochten worden en zij bovendien vrije toegang tot Oost-Berlijn hadden. Na een paar dagen trokken de tanks weer weg en de geallieerden kregen – conform de afspraken – weer vrij toegang.

Aan de status van Berlijn veranderde tot 9 november 1989 in principe weinig. Vluchten was levensgevaarlijk. Meer dan 250 mensen kwamen om bij de Muur. Samen met de ‘gewone’ grens kostte de Duitse deling een kleine duizend mensen het leven. De Oost-Duitsers zaten gevangen, al konden ze dankzij Willy Brandts Ostpolitik in bijzondere familieomstandigheden wat makkelijker een paar dagen naar het Westen.

De Ostpolitik maakte ook het leven van West-Berlijners een stuk eenvoudiger. Vanaf 1973 was op de zogeheten Transitstrecken – het stuk snelweg door Oost-Duitsland naar West-Berlijn – de controle beperkt tot een pascontrole. De tijden dat DDR-grenswachten je auto demonteerden, waren voorgoed voorbij. Dit kwam de levensvatbaarheid van West-Berlijn zeer ten goede. En wie de wachttijd aan de grens wilde compenseren, kon terecht in een van de belastingvrije Intershops langs de weg.

Berlijnse Muur moest mensen binnen houden

Zo luidde de Berlijnse Muur een nieuwe fase in de Koude Oorlog in. Na de bouw en de mislukte poging van Chroesjtsjov in oktober 1962 om nucleaire raketten op Cuba te plaatsen was duidelijk dat de invloedssferen min of meer vastlagen, in ieder geval in Europa en op het westelijk halfrond. Sommige historici kritiseren Kennedy voor zijn ‘zwakke’ opstelling. Hij zou het vrije verkeer in Berlijn te makkelijk hebben prijsgegeven.

Maar deze concessie haalden wel de angel uit de relaties tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, waarna een lange periode van detente aanbrak. Die kwam pas ten einde door hernieuwde agressie van de Sovjet-Unie: het opstellen van grote aantallen SS-20-raketten en de invasie in Afghanistan in 1979.

Gorbatsjov bij de Berlijnse Muur.
Michail Gorbatsjov bij een restant van de Berlijnse Muur, 1998.

De hermetische afgrendeling van Oost- en West-Berlijn op 13 augustus 1961 was wel het tastbare bewijs van het morele en economische failliet van het socialisme. Zonder de Berlijnse Muur was de DDR en daarmee het Sovjet-imperium al in de loop van de jaren zestig ten onder gegaan. Dankzij de Muur wist de Sovjet-Unie het voortbestaan van haar weinig levensvatbare imperium met twintig jaar te rekken. De definitieve neergang begon nu pas in 1985 in plaats van in 1965.

Dat de socialistische heilstaat zijn eigen burgers moest opsluiten wekte uiteraard leedvermaak in het Westen. De Muur zou nog bijna dertig jaar een rijke bron van inspiratie zijn voor westerse propaganda. Maar in de Realpolitik van de Koude Oorlog was er niet veel winst te behalen. De Amerikanen en de andere geallieerden moest lijdzaam toezien hoe de Sovjets de status-quo verankerde in prikkeldraad en beton.

Bovendien bleek in 1961 – net als in 1953 en in 1956, en later in 1968 – dat het Westen geen vinger uitstak om de burgers in het Oosten te helpen. De Bild van woensdag 16 augustus 1961 had als kop: ‘Der Westen tut nichts.’ Een juiste constatering en een bittere les voor de onderdrukte Oost-Europeanen.