
Bloed of genade? Openbare executies uit de zestiende eeuw
Een magere en geboeide gevangene stapt het schavot op. De beul staat klaar, zwaard in de aanslag. Rondom een uitzinnige mensenmassa, schreeuwend om bloed – althans, zo stellen we ons de executies in de vroegmoderne tijd vaak voor. Maar klopt dat beeld wel?
Historica Isabel Casteels las honderden ooggetuigenverslagen van terechtstellingen in de zestiende eeuw. In haar boek De kronieken van de dood laat ze aan de hand van dagboekfragmenten van toeschouwers zien hoe mensen écht naar executies keken, die plaatsvonden van de Grote Markt in Haarlem tot op de Meir in Antwerpen.
Zo brengt ze in haar onderzoek de zestiende-eeuwse visie op rechtvaardigheid, geweld, misdaad en straf tot leven. En wat blijkt?
Het publiek was geen bloeddorstige menigte, maar was vervuld van compassie met de ‘patiënt’ (zoals de veroordeelde genoemd werd). Maar pas op: de sfeer kon snel omslaan als de beul, de veroordeelde of de medetoeschouwers zich niet aan de verwachtingen hielden. Dan veranderde het publiek soms zélf van toeschouwer in beul.
Isabel Casteels promoveerde onlangs aan de Universiteit Leiden en de KU Leuven op een onderzoek over de toeschouwers van executies tijdens de Nederlandse Opstand.
