Historici en kunstmatige intelligentie
Moeten we door de opkomst van Artificial Intelligence (AI) vrezen voor geschiedvervalsing? Of kan kunstmatige intelligentie historische bronnen voor ons vinden, vertalen en interpreteren? Op het Geschiedenis Festival gaan historici Heleen Wilbrink en Edwin Klijn onder leiding van Teun Willemse in gesprek over de mogelijkheden en risico’s van AI in het geschiedenislandschap.
Volgens sommigen is kunstmatige intelligentie een vloek, volgens anderen een zegen. In de tech- en marketingwereld wordt er dankbaar gebruikgemaakt van programma’s als ChatGPT, maar kunstenaars, schrijvers en regisseurs maken zich zorgen over de invloed van AI op hun werkveld. Ook op historisch gebied wordt kunstmatige intelligentie steeds meer gebruikt. Op websites kunnen geschiedenisliefhebbers met gerobotiseerde versies van Stalin en Napoleon praten, en met iedere update worden AI-plaatjes moeilijker te onderscheiden van echte historische beelden.
Historici Heleen Wilbrink en Edwin Klijn werken veel met kunstmatige intelligentie en schuiven aan om over hun ervaringen te praten. Wat zijn de gevaren van AI voor historici? En waar liggen er volgens hen juist kansen?
Heleen Wilbrink is egyptoloog en programmamanager bij Het Utrechts Archief. Ze is oprichter van het bedrijf Aincient, dat met behulp van AI zoekmachines maakt om historische bronnen uit de Oudheid te doorzoeken. Zo maakte haar bedrijf Cleo: een AI-platform waarmee bezoekers duizenden Egyptische objecten kunnen doorzoeken.
Edwin Klijn is manager van Netwerk Oorlogsbronnen en momenteel projectmanager van Oorlog voor de Rechter. Dat project moet het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging voor een breed publiek digitaal beschikbaar maken – met behulp van kunstmatige intelligentie. Samen met Robin te Slaa schreef Klijn twee veelgeprezen boeken over de NSB.
Het panel wordt geleid door Teun Willemse, redacteur van Historisch Nieuwsblad.
Openingsafbeelding via Wikimedia Commons/Pixabay.