Home Franco’s gebrek aan doctrine

Franco’s gebrek aan doctrine

  • Gepubliceerd op: 23 mei 2006
  • Laatste update 07 feb 2023
  • Auteur:
    Gijs Verstegen
  • 15 minuten leestijd
Franco’s gebrek aan doctrine

In een bloedige burgeroorlog versloeg Francisco Franco de linkse republikeinen in Spanje, en vestigde er een onverbiddelijke dictatuur. Toch was hij geen fascist of rabiaat antisemiet, zoals vaak wordt gedacht. Het meest kenmerkende van zijn bewind was juist elk gebrek aan doctrine, waardoor hij het kon aanpassen aan de eisen van de tijd.

Over Francisco Franco en de definitie van het franquisme worden nog altijd verhitte historische debatten gevoerd. Het Italiaanse fascisme van Mussolini en het nazisme in Hitler-Duitsland zijn daarbij vaste referenties. Maar in studies over Franco (1892-1975) komt hij naar voren als iemand met een zeer elementaire ideologische vorming.

Meer lezen over Francisco Franco? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Het meest kenmerkende van zijn bewind lijkt juist elk gebrek aan doctrine te zijn, waardoor het regime steeds van gedaante kon veranderen. Zelfs in zijn eigen samenzweringstheorieën heeft hij nooit geloofd. Die waren slechts propaganda en daar had el caudillo, de leider, meer verstand van. Franco was in de eerste plaats een militair, die zijn leerschool kreeg in de koloniale oorlog van Spanje in Marokko. Daar was hij van 1912 tot 1926 bijna zonder onderbreking gestationeerd.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Verlegen jongeman

Als Franco op 17 februari 1912 aankomt in Marokko om zich bij het Spaanse bezettingsleger te voegen, is hij 19 jaar. Hij zal een bliksemcarrière maken in het Spaanse protectoraat en uiteindelijk de jongste generaal van Spanje worden.

Weinig kameraden hebben dat waarschijnlijk voorzien. Franco is tijdens zijn opleiding aan de militaire academie een middelmatige student. Hij valt alleen op vanwege zijn kleine gestalte en hoge stem, waardoor hij voortdurend het mikpunt van spot is. Hij verlaat de academie als nummer 251 op de ranglijst van de 312 geslaagde studenten. Dat betekent dat zijn vooruitzichten op promotie gering zijn.

Franco maakt bliksemcarrière in het Spaanse protectoraat en wordt uiteindelijk de jongste generaal van Spanje

Alleen op het slagveld zal Franco zijn positie binnen het leger kunnen verbeteren. En de enige kans op militaire glorie ligt in Marokko, een protectoraat dat Spanje deelt met Frankrijk. Frankrijk voert het bewind in het zuiden van het land; het Spaanse leger houdt de noordkust van Marokko bezet. Gefrustreerde nationalisten willen zo de schande uitwissen van 1898, toen Spanje zijn laatste overzeese koloniën Cuba, de Filippijnen en Puerto Rico verloor.

Marokko

In Marokko krijgt Franco zijn politieke en militaire vorming. De Spanjaarden hebben het er niet makkelijk. Hun leger is slecht uitgerust en hun aanwezigheid wordt gehaat. De soldaten hebben de grootste moeite om zich te verweren tegen guerrillastrijders die vechten voor de onafhankelijkheid van Marokko en zich verschuilen in de bergen langs de kustlijn. De strijd is ontaard in een aaneenschakeling van bloedige represailles over en weer. Krijgsgevangenen worden aan beide kanten gemarteld en geëxecuteerd; de lijken worden vaak verminkt, verbrand en onthoofd aangetroffen.

In deze omgeving weet Franco zich te onderscheiden door zijn koudbloedigheid onder vijandelijk vuur. Een deel van de pers in Spanje brengt de strijd in Marokko voortdurend op de voorpagina’s als een heroïsch gevecht. Maar niemand geeft de dramatiek beter weer dan Franco zelf. Zo beschrijft hij in zijn boek over zijn ervaringen in Marokko de daad van een – in zijn ogen dappere – legionair:

‘Bij het ravijn ziet de legionair een Moor verscholen tussen de rotsen. Terwijl hij zijn karabijn op hem richt beveelt hij hem de weg op te komen, waar de troepen zich bevinden. De Moor smeekt hem: “Paisa niet doden, paisa niet doden.” “Niet doden, hè? Gaan zitten op die steen daar.” De kornet leegt vervolgens zijn karabijn op de Moor en snijdt hem het oor af, dat hij even later als trofee laat zien. Dit was niet de eerste heldendaad van de jonge legionair.’

Franco maakt al snel carrière in Marokko: kapitein in 1915, commandant in 1917, kolonel in 1925, en een jaar later is hij al generaal. Hier in het Spaanse protectoraat ontwikkelt hij zijn politieke ideeën. Franco’s denkbeelden en die van de soldaten om hem heen, de zogenoemde afrikanisten, zijn ultraconservatief.

Zij vinden dat militairen superieur zijn aan politici. Het is het leger dat de eenheid van Spanje waarborgt en het is het leger dat het politieke lot van Spanje dient te bepalen. Politici verhinderen alleen maar het spoedig verloop van de oorlog. En oorlog is volgens de afrikanisten een levensschool, waarin de soldaat zijn vaderlandsliefde en mannelijkheid leert ontwikkelen. Franco zegt zelf over zijn tijd in Marokko: ‘Zonder Afrika zou ik mijzelf nauwelijks begrijpen.’

Tijdens uitstapjes naar Spanje geniet Franco van het gezelschapsleven in de Spaanse high society. Hij is benoemd tot kamerheer van koning Alfonso XIII en laat zich wanneer mogelijk fêteren met diners die bewonderaars voor hem organiseren in luxehotels in Madrid. De conservatieve pers, die inmiddels een oorlogsheld van hem heeft gemaakt, beschrijft hem vaak als een verlegen jongeman, die ‘bloost als een meisje als hij een compliment heeft gekregen’. Het is mogelijk dat Franco door deze heldenverering politieke ambities gaat koesteren, maar voorlopig houdt hij die voor zich.

Samenzwerende generaals

In 1926 komt de oorlog in Marokko ten einde, na een gezamenlijke operatie van het Spaanse en Franse leger. Franco keert terug naar Spanje, waar generaal Primo de Rivera een militaire dictatuur leidt. Primo de Rivera is erg geporteerd van Franco, in zijn ogen een ‘formidabele knul met een enorme toekomst’, en benoemt hem tot directeur van de Militaire Academie in Zaragoza.

De politieke omstandigheden zijn onrustig deze jaren. De militaire dictatuur verliest al snel haar greep op de politieke situatie en vervreemdt zich van een deel van het leger na een kwestie rond het bevorderingsstelsel. Er heerst sociale onrust. Grootgrondbezitters die de dienst uitmaken in de overwegend agrarische economie krijgen te maken met het verzet van syndicalisten. In industriesteden eisen arbeiders hun rechten op.

De dictatuur van Primo de Rivera komt in 1930 ten einde en Alfonso XIII ziet zich al snel genoodzaakt het land te verlaten

Basken en Catalanen spreken zich steeds vaker uit voor regionale autonomie en sommigen stellen zelfs de eenheid van Spanje ter discussie. De macht van de katholieke kerk wordt door antiklerikalisten gezien als oorzaak van de achterstand van Spanje ten opzichte van de rest van Europa. De dictatuur van Primo de Rivera komt in 1930 ten einde en Alfonso XIII ziet zich al snel genoodzaakt het land te verlaten. Spanje wordt een republiek en krijgt een linkse regering.

Franco vindt dat de koning in de steek is gelaten. Zijn relatie met de nieuwe minister van Oorlog, Manuel Azaña, is allesbehalve hartelijk en Franco doet geen pogingen zijn onvrede over de nieuwe regering te verbergen. Maar daar blijft het voorlopig bij. Franco neemt een afwachtende houding aan tegenover generaals die al snel plannen beramen om het nieuwe regime omver te werpen.

Militaire coup

Aan een militaire coup in 1932, die kansloos mislukt, neemt hij geen deel. Franco twijfelt vanaf het begin over het succes ervan. Hij is evenmin geïnteresseerd in extreem-rechtse propaganda, die de nieuwe regering voorstelt als een samenzwering van communisten, Joden en vrijmetselaars, zo toonde historicus José Luis Rodríguez Jiménez aan.

De vrijmetselarij is die dagen erg populair onder politici van links én rechts. Extreem-rechts maakt daar gebruik van door te beweren dat politieke beslissingen niet worden genomen in de regering, maar in de loges van de vrijmetselarij, die op zijn beurt zouden worden bestuurd door Joden en communisten. Het eerste succes hadden de samenzweerders al bereikt met de omverwerping van de monarchie. Het uiteindelijke doel van hun internationale samenzwering is niets minder dan de vernietiging van Spanje.

Franco is geen lid van een de organisatie Militaire Kruistocht tegen de Vrijmetselarij en evenmin is hij antisemiet.

Verschillende officieren en generaals – de enigen die echt samenzweren – zijn lid van de organisatie Militaire Kruistocht tegen de Vrijmetselarij. Franco is dat niet. Antisemiet, zoals vaak beweerd wordt, is hij evenmin. Integendeel, tijdens de oorlog in Marokko was hij meer dan eens op dorpen met sefardische Joden gestuit. Ze woonden daar sinds de Joden in 1492 uit Spanje waren verdreven. In Marokko bleven ze de Spaanse taal spreken en koesterden ze sommige Spaanse tradities. Tijdens hun eerste ontmoeting met de Joden werden de afrikanisten zelfs als bevrijders begroet met welkomstkreten in het Spaans en dit nam Franco erg voor de Joden in.

Voorlopig schikt Franco zich in de politieke situatie tijdens de Republiek. Als de linkse regering wordt afgewisseld door een rechtse krijgt hij een belangrijke promotie en wordt hij chef van de generale staf. Maar kort daarna, als in 1936 de volksfrontregering van linkse partijen aan de macht komt, wordt hij overgeplaatst naar de Canarische Eilanden. Pas dan gaat hij serieuze contacten onderhouden met de samenzwerende generaals.

Toch schrijft hij nog een dubbelzinnige brief aan de regering, waarin hij de onrust in het leger benadrukt, maar tevens zegt dat de militairen geen staatsgreep beramen. Franco biedt zich in de brief aan als de patriot die toekomstige onrust en ‘burgerstrijd’ kan voorkomen. Hij suggereert dat de regering hem zou moeten uitnodigen naar Madrid om haar van raad te voorzien. Het republikeinse bewind, dat hem voor geen cent vertrouwt, doet begrijpelijkerwijs geen beroep op de door Franco aangeboden diensten.

Staatsgreep

Mogelijk zet dit hem aan tot de definitieve stap. Franco vindt echter nog steeds dat het juiste moment niet is aangebroken. Maar generaal Mola, die de voorbereidingen van de coup leidt, laat hem geen keus en zet de staatsgreep in gang. De moord op de rechtse oppositieleider Calvo Sotelo zien de rebellen als een signaal dat de staatsgreep geen uitstel duldt.

Zo vliegt Franco op 18 juli 1936, volgens sommige biografen verkleed als moslim met boernoes en tulband – maar zonder zijn snor -, naar het Spaanse protectoraat in Marokko. Daar neemt hij de leiding over het Legioen en de reguliere troepen, die hij met Duitse en Italiaanse hulp naar Spanje overbrengt. De staatsgreep mislukt, maar Franco behaalt in Spanje spectaculaire overwinningen dankzij de eenheden uit Marokko, die zijn gestaald in de guerrillastrijd.

Tot de opmars bij Madrid tot stand komt. De strijd krijgt nu het karakter van een slepende en bloedige burgeroorlog. Franco weet al snel de leiding over de rebellie naar zich toe te trekken. Enkele generaals worden geëxecuteerd door de republikeinen, anderen verongelukken en de rest acht alleen Franco in staat de Burgeroorlog tot een succesvol einde te brengen.

Vanaf het moment dat Franco de de leiding over de rebellie verwerft weet hij een ding zeker: hem zullen ze de macht niet meer afnemen

Hij krijgt het bevel over het leger en de regering in het door de rebellen veroverde gebied. Met aanzienlijke Italiaanse en Duitse hulp weet hij uiteindelijk de overwinning te behalen op de republikeinen. Die zijn verstoken van internationale steun, afgezien van de ongeregelde internationale brigade en Russische leveranties van militair materieel in de beginfase.

Dictatuur

De militairen hebben na de ontketening van de Burgeroorlog geen idee hoe het verder zou moeten na de strijd. Sommigen willen een herstel van de monarchie, anderen willen een dictatuur onder leiding van een militaire raad, een junta. Franco weet één ding zeker vanaf het moment dat hij de leiding over de rebellie verwerft: hem zullen ze de macht niet meer afnemen.

Om de opstand te rechtvaardigen verkondigt de generalísimo nu keer op keer dat hij de samenzwering van Joden, communisten en vrijmetselaars heeft ontmanteld. Van propaganda heeft hij meer besef dan van politiek; Franco’s politieke ideeën gaan nog altijd niet veel verder dan herstel van de openbare orde, het bewaken van de eenheid van Spanje en een diepgaande aversie tegen het liberalisme, dat hij beschouwt als het voorportaal van het communisme. Het liefst zou Franco de negentiende eeuw uit de tijdbalk zagen.

Franco geeft de fascistische Falange niet te veel invloed en zorgt ervoor dat de partij zijn macht niet in gevaar kan brengen

De militaire dictatuur van Franco steunt op het leger, de katholieke kerk en de fascistische beweging ‘Falange’. Ook monarchisten, die de generaal een toekomstig herstel van het koningschap voorhoudt, betrekt hij bij zijn bewind. Franco zorgt ervoor deze verschillende groepen tevreden te houden. Alle komen zij een keer aan de beurt om een geprivilegieerde positie binnen het regime te bekleden. Tegenstanders worden ook na de Burgeroorlog onverminderd geliquideerd. Hun repressie en uitschakeling acht Franco net zo noodzakelijk als de terreur die hij indertijd uitoefende tegen de Marokkaanse guerrilla.

Aanvankelijk krijgt de fascistische Falange een belangrijke rol in de dictatuur. Dat is niet verwonderlijk. Franco heeft bewondering voor Hitler en vooral voor Mussolini. Maar de Spaanse caudillo hoedt zich ervoor de Falange te veel invloed te geven en zorgt ervoor dat de partij zijn persoonlijke macht niet in gevaar kan brengen. Dat kan omdat hij immers niet aan de macht is gekomen dankzij de Falange, die een onbetekenende partij was voor de Burgeroorlog.

Internationaal isolement

Ondanks Franco’s bewondering voor Hitler en Mussolini, en tegen de wens van de harde kern van de Falange in, houdt hij Spanje buiten de Tweede Wereldoorlog. De propagandamachine van Franco heeft dat altijd aangehaald als bewijs van zijn wijze staatsmanschap. In werkelijkheid is Hitler niet bereid om toe te geven aan de eisen die Franco stelt als voorwaarde voor zijn deelname aan de oorlog. De generaal komt de Falange echter deels tegemoet en helpt Hitler met de zogenoemde Blauwe Divisie – Spaanse eenheden die de Duitsers aan het Russische front steunen.

Druk van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten verhindert intensievere betrokkenheid van Spanje. Historicus Enrique Moradiellos heeft beschreven hoe Churchill Franco in bedwang hield met een politiek van ‘wortel en stok’. Als Franco zich koest hield kreeg hij bescheiden economische steun die de ergste nood moest lenigen in Spanje, dat na de Burgeroorlog levensmiddelen en brandstof hard nodig had. Tegelijkertijd dreigde Groot-Brittannië met een blokkade van de Spaanse havens, die catastrofale gevolgen zou hebben voor de Spanjaarden.

Na de oorlog doet Franco al het mogelijke om zijn regime van fascistische trekken te ontdoen

Na de Tweede Wereldoorlog komt Franco terecht in een internationaal isolement. De westerse democratieën beschuldigen hem van samenzwering met Hitler en Mussolini. Franco doet al het mogelijke om zijn regime van fascistische trekken te ontdoen en de afzondering te doorbreken. De fascistische groet wordt afgeschaft en de dictator laat zich steeds minder zien in het donkerblauwe overhemd van de Falange.

Propaganda

Zijn propagandamachine legt nu meer de nadruk op het katholieke karakter van het regime. Tegelijk krijgen de katholieken meer invloed in de vorm van belangrijke ministersposten. De Burgeroorlog werd al toen hij nog gevoerd werd gepropageerd als een kruistocht tegen de ongelovige communisten, en dat wordt nu keer op keer herhaald.

Voor Eisenhowers bezoek aan Madrid in 1959 gaan een miljoen mensen de straat op: een triomf voor Franco

Met de totalitaire fascistische regimes zou Franco niets gemeen hebben gehad. Volgens zijn propagandisten was dat de reden van zijn afzijdigheid in de Tweede Wereldoorlog. Het bewind van Franco moet volgens hen worden gezien in de context van de Spaanse geschiedenis. De strijd tegen de moslims in de Middeleeuwen en het Habsburgse Spanje van Karel V en Filips II vormt de historische traditie waarin Franco zich plaatst.

Met een referendumwet doet Franco zelfs een poging zijn regime voor te stellen als een democratie. Maar alleen hijzelf kan die referenda afkondigen. De spaarzame keren dat hij dat doet krijgen politiek tegenstanders geen gelegenheid hun standpunten uiteen te zetten en manipuleert het bewind ook nog eens de uitslagen. Een volksvertegenwoordiging met wetgevende macht zou Spanje gedurende zijn bewind nooit krijgen; Franco is in zijn eigen woorden immers alleen verantwoording verschuldigd ‘aan God en de geschiedenis’. Ook zouden politieke partijen verboden blijven.

Toch krijgt hij het voor elkaar zijn internationale isolement te doorbreken. Als gevolg van de containmentpolitiek die het communisme in bedwang moet houden, wordt Spanje bondgenoot van de Verenigde Staten. In 1959 brengt Eisenhower een bezoek aan Madrid, waar een miljoen mensen de straat op gaan. Het is een triomf voor Franco.

Hysterische persoonsverheerlijking

Eind jaren vijftig toont de generaal zich wederom in nieuwe kleren. Spanje komt economisch maar niet van de grond en hervormingen zijn noodzakelijk. Franco benoemt een nieuwe regering van technocraten, die liberaal zijn in economische zin. Dankzij hun bestuur – of dankzij de internationale conjunctuur – maakt de economie een spectaculaire groei door. De dictator presenteert zich nu als een efficiënt staatsman, die na de Burgeroorlog de vrede in Spanje heeft gewaarborgd en welvaart heeft gebracht.

Ondertussen is Franco – met de jaren aanzienlijk dikker geworden – onverminderd onderwerp van een hysterische persoonsverheerlijking. De caudillo-priester, wonderdoener, ‘het zwaard van de Allerhoogste’, ‘de bronzen stem met diamanten harmonieën’, ‘minister van God’ en ongenaakbare halfgod houdt ondertussen de macht stevig in handen met harde repressie.

De dictator presenteert zich nu als een efficiënt staatsman, die na de Burgeroorlog de vrede in Spanje heeft gewaarborgd en welvaart heeft gebracht

Pas in de jaren zeventig, als zijn gezondheid achteruitgaat, verliest hij de controle over zijn politieke spel. De regering van Franco raakt verdeeld en de oppositie krijgt eindelijk lucht. Maar die moet nog wachten tot Franco in de nacht van 19 november 1975 sterft in zijn eigen bed. Pas als continuïteit van het regime zonder Franco niet langer mogelijk blijkt, komt ook de dictatuur aan zijn eind. Spanje begint aan ‘de transitie’, de vreedzame overgang naar een democratisch bestel.

Meer informatie 

Boeken
Dit portret is voor een belangrijk deel gebaseerd op boeken van Spaanse historici: José Luis Rodríguez Jiménez, Franco. Historia de un conspirador (2005); Enrique Moradiellos, Franco frente a Churchill (2005) en Giuliana di Febo en Santos Juliá, El franquismo (2005), een beknopte studie waarin de schrijvers de verschillende fasen van het franquisme behandelen.

Algemeen wordt Paul Prestons Franco. A Biography (1993) nog altijd beschouwd als de meest complete biografie van Franco. Over de Spaanse Burgeroorlog verscheen een aantal boeken in het Nederlands: de klassieker van Hugh Tomas, The Spanish Civil War, Antony Beevors gelijknamige militaire studie (beide Ambo-Anthos) en Paul Prestons Een kleine geschiedenis van de Spaanse Burgeroorlog (Atlas).

Films
Een van de bekendste films over de Spaanse Burgeroorlog is ongetwijfeld Spanish Earth van Joris Ivens uit 1937. Ken Loach maakte in 1995 de polemische film Land and Freedom over de Burgeroorlog, vanuit het perspectief van een strijder die behoorde tot de revolutionaire marxistische partij POUM. Een bekende Spaanse film met een komische noot over het studentenverzet tegen de Franco-dictatuur is Los años bárbaros van Fernando Colomo, uit 1998. In 2005 verscheen El perro negro, een poëtische documentaire gebaseerd op amateurfilms uit de Burgeroorlog.