Home Dossiers Tweede Wereldoorlog Operatie Groza: een verrassing voor Hitler

Operatie Groza: een verrassing voor Hitler

  • Gepubliceerd op: 23 augustus 2019
  • Laatste update 25 mei 2023
  • Auteur:
    Paul van der Steen
  • 10 minuten leestijd
Parade voor de herdenking van de Oktoberrevolutie
Hitler in de Tweede Wereldoorlog
Dossier Tweede Wereldoorlog Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Op 22 juni 1941 overrompelde Duitsland de Sovjet-Unie met Operatie Barbarossa. Het schond daarmee het niet-aanvalsverdrag tussen de twee landen. Maar veel wijst erop dat Jozef Stalin aan het begin van de Tweede Wereldoorlog eenzelfde verrassing voor Adolf Hitler in petto had. Het Rode Leger maakte zich in het geheim al maanden op voor een offensief: Operatie Groza.

‘Er bestaan geen onverslaanbare legers,’ verzekerde Sovjetleider Jozef Stalin een gehoor van 2000 officieren in het Kremlin op 5 mei 1941. Duitse zeges waren geen wetmatigheid. Dat land had Frankrijk alleen maar weten te overrompelen omdat de leiders daarvan ‘zo dronken van eigenwaan’ waren dat ze hun militairen hadden verwaarloosd. Die stonden zo laag in aanzien dat volgens Stalin de Françaises niet eens meer met een soldaat wilden trouwen.

Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Tegenover deze slapte stelde Stalin de kracht van zijn eigen krijgsmacht. ‘Het Rode Leger is een modern leger en een modern leger is een aanvallend leger.’ Tijdens het diner in kleiner gezelschap later die dag bracht hij een toost uit op ‘het dynamische, offensieve beleid van de Sovjetstaat’. Iedereen die daaraan twijfelde, zette hij weg als ‘een Filistijn en een gek’.

Dat Stalin voor het eerst in meer dan twee jaar leek te zinspelen op een aanval, houdt tot de dag van vandaag het verhaal levend dat het in 1941 ook heel anders had kunnen lopen. In dat geval had de Sovjet-Unie de Duitsers verrast met een aanval in plaats van andersom.

De Sovjet-Unie en Duitsland zouden in vrede hebben samengeleefd

Het is lastig de ware plannen te achterhalen, omdat Moskou en Berlijn in die jaren weinig belang hadden bij openheid. De communisten en de nationaal-socialisten hadden in augustus 1939 een duivels verbond gesloten, het Molotov-Ribbentroppact. De gezworen vijanden beloofden elkaar niet aan te vallen en kwamen een verdeling van te veroveren gebieden overeen. Beide partijen kochten op deze manier tijd. De Duitsers wisten zich in de rug gedekt bij een aanval op Polen en in het westen. De Sovjets kregen de vrije hand om gebieden te annexeren die het Russische Rijk na de revolutie van 1917 had verloren, zoals het oosten van Polen en de Baltische staten. Daarnaast kregen ze tijd om het Rode Leger klaar te stomen voor een beslissende confrontatie met de Wehrmacht en de Luftwaffe. Elke onthulling van de ware bedoelingen van de ondertekenaars, zeker offensieve, kon het pact in gevaar brengen en moest dus worden voorkomen. Alleen bij uiterste geheimzinnigheid konden zij hun schimmenspel spelen.

Operatie onweersbui

De Duitse aanval op de Sovjet-Unie kreeg de naam Operatie Barbarossa. Dat was een verwijzing naar Frederik I, die in de twaalfde eeuw heerste over het Heilig Roomse Rijk en werd gezien als een van de grootste Duitse keizers. Zijn bijnaam ‘Barbarossa’ dankte hij aan zijn rode baard. Het liep overigens niet goed af met deze keizer. Zoals Hitler ten strijde trok tegen de bolsjewisten, zo ging Frederik I op kruistocht om de islamitische veroveraars uit Jeruzalem te verdrijven. Hij verdronk onderweg, mogelijk door toedoen van zijn eigen manschappen.

Voor de Sovjet-aanvalsplannen circuleert de naam Operatie Groza, Russisch voor ‘onweersbui’. De vijand zou als door een bliksem moeten worden getroffen. In werkelijkheid overviel het Gewitter van de Wehrmacht het Rode Leger.

Sovjet-Unie als slachtoffer

De Sovjet-elite was bang voor Stalin. Zijn nietsontziende en vaak volstrekt willekeurige terreur van eind jaren dertig lag vers in het geheugen, en Goelag, verdwijningen en executies behoorden nog steeds niet tot het verleden. Een functionaris die hem bevroeg of doorvroeg kon vanwege vermeende onnozelheid of kritiek in ongenade vallen. Daardoor waren de bedoelingen van de grote leider niet altijd duidelijk.

Boven op dat alles kwam het oorlogsverloop na 22 juni 1941, toen Duitsland de Sovjet-Unie verraste en overrompelde met een inval: Operatie Barbarossa. Daardoor wankelde het communistische land weliswaar, maar het leverde ook een goed verhaal voor extern en intern gebruik op. Om te kunnen samenwerken met de geallieerden was het beeld van een land als slachtoffer in plaats van als agressor nodig.

Stalin bedacht Operatie Groza.

Maar vanaf het midden van de jaren tachtig doken steeds vaker verhalen op over geplande offensieven. Vooral Viktor Suvorov kwam daarmee. Deze officier van de Sovjet-inlichtingendienst GRU was in 1978 overgelopen naar de Britten en had zich daarna toegelegd op geschiedschrijving. In de Sovjet-Unie werden zijn boeken verdacht gemaakt als kapitalistische, zelfs fascistische en revisionistische propaganda.

Suvorovs betogen botsten met de mythevorming rond de Grote Vaderlandse Oorlog, die tot op de dag van vandaag wordt uitgedragen tegenover de eigen burgers. De Russen moesten blijven geloven dat de Sovjet-Unie en Duitsland in de 22 maanden tussen het sluiten van het Molotov-Ribbentroppact en de start van Operatie Barbarossa in welhaast volmaakte vrede naast elkaar hadden geleefd. Berlijn moest eenzijdig de schuld krijgen van het verbreken van de belofte. Het is immers makkelijker om gigantische offers te vragen voor de bedreiging van het eigen haardvuur dan voor het bedreigen van andermans lijf en goed.

Geheime operatie Groza

In de eerste jaren na de revolutie van 1917 had de Sovjet-Unie de wereldrevolutie hoog op de agenda staan. Zo wilde Marx het immers met zijn leus ‘Proletariërs aller landen, verenigt u!’. Stalin stuurde dat vanaf 1928 bij met zijn ‘socialisme in één land’, een opdracht om eerst thuis het boeren- en arbeidersparadijs werkelijkheid te laten worden. De wereldrevolutie leidde voortaan hooguit een sluimerend bestaan in de achterhoofden van de Kremlin-leiding.

De militaire strategieën die de Sovjet-Unie in de jaren twintig en dertig ontwikkelde pasten daarbij. Die gingen uit van een geraffineerde combinatie van defensief en offensief. Het land zou een eerste aanval opvangen en dan met voor de vijand onverwacht gemak overschakelen naar ‘diepe operaties’ op het grondgebied van de ander. Aan het begin van de oorlog borduurde de leiding van het Rode Leger op zo’n soort verloop voort, hoewel het succes van de Duitse Blitzkrieg elders liet zien hoe anders het kon gaan.

Op papier kon er weinig misgaan met een onmetelijk groot land, bulkend van de natuurlijke hulpbronnen en in 1941 beschikkend over evenveel vliegtuigen als alle andere strijdkrachten van de wereld bij elkaar. En met zelfs meer tanks en manschappen dan al die legers opgeteld.

Maar schijn bedroog ook. De Sovjettanks waren de beste die er rondreden, maar niet al het materieel was even goed. Ook waren de producenten ervan niet altijd eerlijk: om de leiders tevreden te stellen deden ze alsof ze aan alle gestelde eisen voldeden, terwijl dat vaak niet zo was. Bovendien was het Rode Leger zo goed als onthoofd. Alleen al in de jaren 1937-1938 werden ruim 34.000 officieren gearresteerd of ontslagen. Zo’n 30 procent kreeg een paar jaar later weer een aanstelling. Alle anderen verdwenen of kregen de doodstraf. Bij de laatste groep zaten drie van de vijf maarschalken, drie van de vier legercommandanten, alle districtshoofden en het merendeel van de commandanten van de land-, zee- en luchtstrijdkrachten. Het was nog wel mogelijk opengevallen plekken in de politiek op te vullen, maar het was moeilijker kwalitatief hoogstaande vervangers voor de krijgsmacht te vinden.

3 maarschalken, 4 legercommandanten en alle districtshoofden krijgen de doodstraf

Ondertussen werkte de legertop wel door. Bij twee grote simulaties begin 1941 gingen ze nog uit van de oude strategie: een aanval opvangen en zelf doorschakelen naar een offensief. Maar op 15 mei 1941, tien dagen na Stalins toespraak in het Kremlin, presenteerden chef-staf Georgi Zjoekov en generaal Semjon Timosjenko een totaal andere aanpak. Het was bijna een blauwdruk van het begin van de Duitse Operatie Barbarossa van dik een maand later: gebruikmakend van het onverwachte, de snelheid en de omvang van de aanval zou een groot deel van de Luftwaffe op de grond kunnen worden vernietigd. Het Rode Leger zou zich richten op het zuiden van Polen, dat door Hitlers troepen werd beheerst, en vervolgens oprukken naar Warschau om de tegenstander in Noord-Polen en Oost-Pruisen de genadeklap toe te brengen.

Succesvolle maarschalk: Georgi Zjoekov

De chef-staf van het Rode Leger in de maanden voor de start van Operatie Barbarossa was Georgi Zjoekov (1896-1974), ooit begonnen als rekruut in de tsaristische krijgsmacht. Hij bekleedde die functie sinds februari 1941. Zjoekov hielp mee aan Sovjet-aanvalsplannen en waarschuwde Stalin nog op 18 juni voor een Duits offensief. Die barstte in woede uit en vroeg of Zjoekov hem angst wilde aanjagen met zijn oorlogspraatjes. ‘Of wil je oorlog omdat je nog niet genoeg onderscheiden bent of omdat je rang niet hoog genoeg is?’

Na de aanvankelijke nederlagen van het Rode Leger droeg Zjoekov verantwoordelijkheid voor veel van de grote keerpunten in de oorlog. Hij werd bevorderd tot maarschalk en kreeg ook na de Duitse nederlaag veel eerbewijzen. Later viel hij – mogelijk omdat hij een bedreiging was voor de machthebbers – uit de gratie. Pas onder Leonid Brezjnev volgde eerherstel.

De staf van het Vierde Leger van de Sovjets nam in het vroege voorjaar deel aan een oefening: een deel van hen speelde tegenstander, een deel de eigen krijgsmacht. Ze deden zetten en tegenzetten op plattegronden. Uitgangspunt daarbij: een aanval vanuit het westen van Wit-Rusland in de richting van Bialystok en Warschau. Op 21 juni, de dag voor de Duitse inval, was er een nieuwe stafoefening. De militairen onderzochten hoe ze een doorbraak konden forceren bij een rivier.

Slagkracht verhogen voor Operatie Groza

Het bleef niet bij plannen en oefeningen. Het Rode Leger verplaatste in het voorjaar van 1941 grote hoeveelheden mensen en materieel richting de grens. Dat gebeurde ’s nachts en in het diepste geheim. Geen goede methode om Duitsers met aanvalsplannen af te schrikken, wel een manier om troepen voor de vijand onder de radar te houden. De beste en grootste concentraties kwamen rondom Bialystok en Lviv te liggen, de meest vooruitgeschoven gebieden onder Sovjetcontrole. Niet erg verstandig in geval van een Duitse aanval, wel geschikt om Duitse troepen aan de overzijde van de grens in de tang te nemen.

Met Operatie Groza moesten de Duitsers overdonderd worden.

Meer voorbereidingen wezen eerder in de richting van offensieve dan van defensieve plannen. Zo werden bij het uitrollen van prikkeldraad en de aanleg van mijnenvelden  cruciale bruggen over rivieren overgeslagen, zodat die konden worden gebruikt bij een offensief. In juni 1941 richtte het Rode Leger opmerkelijk dicht bij de grens commandoposten te velde in. Ook de luchtmacht verplaatste toestellen naar vliegvelden dichter bij de grens. Verdedigingstechnisch was dit vragen om problemen. In geval van een aanval kon dit soort zetten zorgen voor korte lijnen die de slagkracht verhoogden. ‘De Russische opstelling geeft te denken,’ noteerde de Duitse generaal Franz Halder op 7 april 1941 in zijn dagboek.

Al die militairen zouden volgens sommige historici niet langdurig – mogelijk tot in 1942 – te voeden zijn zonder dat dat tot honger in het achterland zou leiden. Maar bij verovering van nieuwe gebieden zou daar eten te vinden zijn. En mocht het in de Sovjet-Unie zelf toch tot een hongersnood komen, dan was die met een oorlog in plaats van een mobilisatie beter uit te leggen aan het volk.

Via krijgsgevangen genomen soldaten en officieren van het Rode Leger kregen de Duitsers na 22 juni verhalen te horen over oefeningen waarbij in een paar weken tijd moest worden opgerukt naar Warschau en Lódz en naar Boekarest. Maar vertelden deze militairen de waarheid of wat de vijand wilde horen of zelfs afdwong?

Nog vóór Groza is Russisch leger uitgeschakeld

Het Kremlin geloofde in de kracht van het Rode Leger. Tegelijkertijd dacht Stalin dat de Duitsers niet zouden aanvallen voordat ze definitief met de Britten zouden hebben afgerekend. Mogelijk leidde de vlucht van Hitlers plaatsvervanger Rudolf Hess per vliegtuig naar Schotland op 10 mei 1941 tot uitstel van de aanvalsplannen van de Sovjet-Unie. Moskou vreesde even een vredesregeling tussen Berlijn en Londen.

Zo’n overeenkomst kwam er niet. In de Führer had Stalin zich evenzeer vergist. Hitler waagde zich op 22 juni 1941 wel degelijk aan een tweefrontenoorlog. In de voorafgaande maanden, weken en dagen had Stalin waarschuwing na waarschuwing gekregen met zelfs nauwkeurig de datum van de aanval. De grote leider wilde het niet geloven en vloekte liever op zijn bronnen. Die werden uitgescholden voor ‘klootzak’ of moesten ‘terug naar hun hoerenmoeder’.

Stalin negeert waarschuwingen voor een Duitse aanval

Zelfs toen de strijd losbarstte, volhardde hij aanvankelijk in zijn ongeloof. Het moest om eigengereid handelen van Duitse officieren gaan, dacht hij in eerste instantie. In de orders die het Kremlin de eerste dagen gaf, ging het om vernietigen van troepen en materieel van de vijand, het terugdringen naar de grens met de mogelijkheid van een Sovjet-offensief in het door Duitsers bezette Polen én bombardementsvluchten tot 150 kilometer ver op Duits grondgebied. De oude reflex van de aanval opvangen en het initiatief overnemen.

In werkelijkheid werd een groot deel van de Sovjetslagkracht te land, ter zee en in de lucht vrijwel onmiddellijk uitgeschakeld en was van een oprukkend Rode Leger geen sprake. Dat gaf alleen maar terrein prijs, en wel heel snel.

Pas ruim tweeënhalf jaar later, in januari 1944, toen de krijgskansen waren gekeerd, bereikten de eerste Sovjetsoldaten de voormalige grens tussen de Sovjet-Unie en Polen. En pas in augustus 1944 stond het Rode Leger in Oost-Pruisen voor het eerst op het grondgebied van het Derde Rijk.

Meer weten

  • Bedrogen bedriegers. Stalin contra Hitler (2006) door Marius Broekmeyer.
  • Der Eisbrecher. Hitler in Stalins Kalkül (1989) door Viktor Suvorov.
  • De onfeilbare spion. Richard Sorge, Stalins geheim agent (2019) door Owen Matthews.