Home Dossiers Tweede Wereldoorlog De wederopbouw van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog

De wederopbouw van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog

  • Gepubliceerd op: 31 oktober 2005
  • Laatste update 25 mei 2023
  • Auteur:
    Willem Melching
  • 14 minuten leestijd
De wederopbouw van Duitsland was een succes.
Hitler in de Tweede Wereldoorlog
Dossier Tweede Wereldoorlog Bekijk dossier

Na de Tweede Wereldoorlog moest Duitsland uit de puinhopen worden opgebouwd. Maar de economische en politieke infrastructuur bleek twaalf jaar dictatuur en oorlog te hebben overleefd. Door de wederopbouw van Duitsland verrees het land voor de zoveelste keer als een phoenix uit de as. Toch zag het nieuwe Duitsland er geheel anders uit dan zijn voorgangers.

Iedereen kent de dramatische beelden van Duitse steden na de bombardementen. Straat na straat gevuld met puin. Schimmige figuren scharrelen wat rond in het ruïnelandschap. Dit was Stunde Null; Duitsland moest helemaal opnieuw beginnen. Architecten die zich bezighielden met de planning van naoorlogs Berlijn leek het maar het beste om de resten van de stad af te breken en vanaf het niets te bouwen. Hans Scharoun ontwierp een compleet nieuwe stad in het stroomdal van de Spree.

Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Maar bij nader inzien viel de schade eigenlijk wel mee. Grote delen van de steden waren nog intact. Bovendien waren de bommen van de geallieerden vooral bedoeld om bovengronds schade aan te richten. De ondergrondse infrastructuur van Berlijn was vrijwel onbeschadigd. Nadat de Trümmerfrauen, letterlijk ‘puinvrouwen’ de rommel hadden opgeruimd, bleken de steden snel weer op te bloeien.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Hoog opgeleide beroepsbevolking helpt wederopbouw van Duitsland

Ook op andere terreinen was de uiterlijke schade spectaculair, maar hadden de systemen daaronder wonderwel goed standgehouden. Zo lag een deel van de industriële capaciteit in puin, maar beschikte Duitsland nog steeds over een zeer hoog opgeleide beroepsbevolking. In de politiek toonden de oude structuren zich taai. Twaalf jaar had Duitsland een dictatuur gehad, maar het bleek niet al te moeilijk om de democratische partijen van vóór 1933 weer op te richten.

Sommige kwamen vrijwel ongewijzigd terug, zoals de Communistische Partij Duitsland (KPD) en de Sociaal-democratische Partij Duitsland (SPD). Anderen, bijvoorbeeld de confessionelen, kwamen met een nieuwe naam, een vernieuwd programma en een nieuw leiderschap. Maar in beide gevallen konden deze organisaties terugvallen op de rijke tradities van de Duitse politiek.

Wat wel voor een groot deel verdween was Duits grondgebied. Grote gebieden in het oosten kwamen onder bestuur van de Sovjet-Unie en Polen. In Polen ging gebied verloren dat al eeuwenlang Duits was. Elders, zoals in Tsjecho-Slowakije, werden Duitse minderheden verdreven. De Ostgebiete waren weg; de Duitse bevolking trok naar het westen. In totaal waren rond de 10 miljoen Duitsers op de vlucht. Als zogeheten Heimatvertriebene speelden ze lange tijd een grote rol in de West-Duitse politiek.

De Ostgebiete waren weg; de Duitse bevolking trok naar het westen. In totaal waren rond de 10 miljoen Duitsers op de vlucht

Maar ook het ‘kernland’ bleef niet onaangetast. De Duitse soevereiniteit werd opgeheven. Duitsland werd verdeeld over een viertal bezettingszones. Algauw zou deze situatie leiden tot de Duitse deling. Pas in het wonderlijke jaar 1989-’90 zou blijken hoe taai ook de nationale infrastructuur was.

Onherroepelijk verloren was ten slotte de wonderlijke symbiose tussen de joodse en Duitse cultuur. De diaspora van de jaren dertig en de holocaust hadden definitief een einde gemaakt aan de modernste, meest boeiende cultuur van Europa. Deze zelfvernietiging zou de Duitse cultuur nooit meer te boven komen; ze was een provinciale cultuur geworden.

Truman-doctrine en Marshallhulp

De economie in Duitsland lag in puin. Door de verwoesting en een totaal gebrek aan grondstoffen was de industriële productie vrijwel tot stilstand gekomen. De grote schaarste aan goederen veroorzaakte hoge prijzen en een monetaire chaos. De nieuwe rekeneenheid was de Amerikaanse sigaret en grotere bedragen werden afgerekend met nylonkousen, worsten of de betaalde liefde. De toestand voor de Duitse bevolking was dramatisch slecht. De winter van 1946-’47 was een ware hongerwinter.

Aangezien de Amerikaanse en Britse belastingbetaler de Duitse bevolking niet tot het einde der dagen kon onderhouden, maakten de westerse geallieerden herstel tot een prioriteit. In de herfst van 1946 werd besloten de Britse en de Amerikaanse zones per 1 januari 1947 te laten fuseren. In het voorjaar van 1947 beloofden de Amerikanen de Europese landen politiek en economisch te ondersteunen. De Truman-doctrine en de Marshallhulp golden ook voor Duitsland. Maar onder zware druk van de Sovjet-Unie bedankten de Oost-Europese regimes voor steun uit Amerika. Ook de Sovjetische Besatzungszone moest de Marshallhulp afslaan.

Onder druk van de Sovjet-Unie bedankten de Oost-Europese regimes voor steun uit Amerika

Een financiële injectie in de monetaire chaos zou geen enkel effect hebben. Daarom vond eerst een radicale geldhervorming plaats. Geheel in de stijl van het fameuze ’tientje van Lieftinck’ verdween het oude geld uit de roulatie en begon iedereen opnieuw met het luttele bedrag van veertig Deutsche Mark. Na enige aarzeling werd het nieuwe geld ook in West-Berlijn ingevoerd. Dat de Sovjets op de geldhervorming reageerden met de Blokkade van Berlijn kwam eigenlijk wel goed uit. De westelijke geallieerden gingen zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen zones en eindelijk waren Duitsers eens geen daders, maar slachtoffers. Dat was een nieuwe ervaring.

Het Rijnlandse model voor de wederopbouw van Duitsland  

De dollars waren goed besteed. Van een Wirtschaftswunder was pas veel later sprake, maar de economie kwam direct weer op gang. Deze opleving was vooral te danken aan het feit dat Duitsland kon voortbouwen op een hoog ontwikkelde industrie en beschikte over een goed opgeleide en gedisciplineerde bevolking. Het technisch vernuft was nog aanwezig.

Na 1949 ontstond het zogeheten ‘Rijnlandse model’: een onderhandelingspatroon gebaseerd op een brede consensus tussen werkgevers en werknemers. In ruil voor de uitbouw van de welvaartsstaat waren de vakbonden bereid tot matiging. Waar nodig sprong de overheid bij met subsidies om een en ander soepel te laten verlopen. Pas in de jaren negentig is dit systeem door overbelasting knarsend vastgelopen.

Pas in de jaren negentig is het Rijnlandse model door overbelasting knarsend vastgelopen

In de Sovjet-zone was de situatie aanzienlijk minder rooskleurig. De Sovjets ontmantelden grote delen van de industrie en stuurden complete fabrieken naar het moederland. Ook dwongen ze de Oost-Duitsers om over te schakelen op zware industrie, gebaseerd op kolen en staal – een bizarre keuze voor een land zonder grondstoffen. Van de hoogwaardige hightech industrie in Jena, Dresden en andere steden bleef erg weinig over. Deze werd pas in de jaren zeventig met veel moeite weer nieuw leven ingeblazen, een reanimatiepoging die tot op de dag van vandaag doorgaat.

CDU, CSU, KPD en SPD

Na de roemloze ondergang van Weimar en twaalf jaar dictatuur was de Duitse politiek toe aan een diepgaande vernieuwing. Van de oude partijen kwamen er slechts enkele terug. De partijen die in 1933 met Adolf Hitler hadden samengewerkt waren voorgoed verdwenen. De confessionelen hergroepeerden zich in de Christen-Democratische Unie (CDU). Voor degenen die elkaar met ‘Grüß Gott’ begroeten was er de Beierse Christen-Sociale Unie (CSU). Links kwam terug met de KPD én de Sociaal-democratische Partij Duitsland (SPD); zij hadden per slot van rekening in 1933 tegen Hitler gestemd. De KPD was machtig in de Sovjet-zone dankzij de steun van de Sovjet-Unie; in de westelijke zones speelden de communisten een marginale rol.

De Duitse politici kregen stukje bij beetje meer verantwoordelijkheden terug. Het tempo was afhankelijk van de bezettende macht. In 1947 kregen de Duitsers meer inspraak in de economische besluitvorming. In de jaren 1948-’49 kwam er in de westelijke én de oostelijke zones een grondwet tot stand.

In de westelijke zones speelde de communistische partij een marginale rol

Tijdens de oorlog was er opvallend weinig nagedacht over de manier waarop Duitsland na 1945 moest worden aangepakt. Zoals gebruikelijk probeerde men de vorige oorlog over te doen, dus moest het allemaal anders dan in 1918. Duitsland zouden géén grote herstelbetalingen opgelegd worden, het moest zich zo snel mogelijk weer zelf besturen, maar zou wel volledig bezet worden. Dit laatste om duidelijk te maken dat de Duitsers de oorlog echt hadden verloren. Voor het gemak zou elke geallieerde een eigen zone onder zijn hoede nemen.

Verschillende zones

Met deze tegenstrijdige afspraken legden de geallieerden de kiem voor de latere deling van Duitsland. Enerzijds moest Duitsland als één geheel worden bestuurd, maar tegelijkertijd moesten de Duitsers zo snel mogelijk in staat worden gesteld om hun eigen economie en bestuur draaiende te houden. Dat betekende dat de bezetters ieder in hun eigen zone een aantal knopen moesten doorhakken over de inrichting van bestuur en economie. En net als in de bijbel creëerden de geallieerden de Duitsers naar hun eigen evenbeeld. Al in de loop van 1945-’46 groeiden de verschillende zones uit elkaar. Van centraal bestuur kwam niets terecht.

In politiek en bestuur gaven de Sovjets de communisten feitelijk de vrije hand    

Zo kozen de Sovjets voor onteigening van banken, grote bedrijven en grootgrondbezit. In politiek en bestuur gaven ze de communisten feitelijk de vrije hand. Dat betekende dat er in de Sovjet-zone al in de winter van 1945 weinig vertrouwen meer was in het democratische gehalte van de politiek. In het voorjaar van 1946 werd het communistische overwicht definitief vastgelegd door het gedwongen samengaan van KPD en SPD in de Socialistische Eenheidspartij Duitsland (SED). Deze partij zou – met de onontbeerlijke steun van de Sovjet-Unie – tot 1990 de dienst uitmaken in de DDR.

Tegenstrijdig beleid van de Sovjet-Unie

Wat veel historici al vermoedden, is sinds de opening van de archieven in het Oostblok nog duidelijker geworden: de deling van Duitsland is in hoge mate het resultaat van het beleid van Stalin. Of liever gezegd: van het tegenstrijdige beleid van de Sovjet-Unie. Stalin wilde in 1945 een ongedeeld en neutraal Duitsland waarin de communistische partij een belangrijke rol zou spelen in een ‘democratische’ volksfront-achtige regering: een brede coalitie waaraan ook de communisten zouden deelnemen.

Om dit te bereiken stelden de communisten zich coöperatief op en was er enige speelruimte voor andere politieke stromingen. Maar tegelijkertijd waren de Sovjets bezorgd over de machtspositie van de KPD; daarom hielpen zij de communisten en onderdrukten ze politieke tegenstanders. Dit maakte de Duitsers en de westelijke geallieerden buitengewoon argwanend. De toch al niet grote steun voor de KPD brokkelde in hoog tempo af. Zo ondermijnden de Sovjets hun eigen beleid.

Adenauer was blij dat hij het oorlogszuchtige, arrogante en protestantse Pruisen kwijt was

Al in de herfst van 1945 was het de Sovjets duidelijk dat de communisten op eigen kracht nooit een rol van betekenis zouden kunnen spelen in een verenigd Duitsland. Vanaf de winter van 1945-’46 was de deling onvermijdelijk. Realpolitiker in Oost én West, zoals Stalin, Churchill, maar ook de latere Duitse leiders Walter Ulbricht en Konrad Adenauer, hielden hier al vroeg rekening mee. De laatste twee betreurden de deling geen van beiden. Ulbricht wist dat dit de enige kans was op de vestiging van een arbeiders-en-boerenstaat op Duitse bodem. Adenauer was blij dat hij het oorlogszuchtige, arrogante en protestantse Pruisen kwijt was. Eindelijk zou hij de Duitsers – dat wil zeggen het deel dat daar nog van over was – kunnen integreren in West-Europa.

Konrad Adenauer helpt wederopbouw van Duitsland

De snelle rehabilitatie van Duitsland van de puinhoop in 1945 tot gewaardeerde handelspartner en bondgenoot nog geen tien jaar later was ondenkbaar geweest zonder het kordate optreden van de bejaarde voormalige burgemeester van Keulen: Konrad Adenauer. Hij slaagde erin om de christen-democraten tot de centrale factor in de politiek te maken. Adenauer was voor de geallieerden een coöperatieve, maar altijd zelfbewuste gesprekspartner.

Adenauer ging vanaf de herfst van 1945 uit van een deling van Duitsland en de onvermijdelijkheid van een Westbindung. Hij had geen enkele illusie over de bedoelingen van Stalin en begreep al snel dat de bezettingspolitiek op een deling zou uitlopen. Dit realisme gaf hem een voorsprong op zijn directe concurrent, de sociaal-democraat Kurt Schumacher, die nog droomde over een neutraal Duitsland als brug tussen Oost en West.

Adenauer had geen enkele illusie over de bedoelingen van Stalin en begreep al snel dat de bezettingspolitiek op een deling zou uitlopen

Als katholiek, Rijnlands patriot stond Adenauer open voor contacten met Frankrijk en de andere West-Europese landen. Als anticommunist had hij affiniteit met de Amerikaanse politici. Met ijzeren hand regeerde hij zijn eigen partij en daarmee Duitsland. Smalend werd wel gesproken van de Kanzlerdemokratie. Intellectuelen en kunstenaars klaagden over het verstikkende geestelijke klimaat in deze jaren. Desondanks kan worden geconcludeerd dat Adenauer de juiste man was op het juiste moment. Onverstoorbaar dwong hij de Duitsers tot democratie en aanpassing aan de West-Europese beschaving. Pas in 1963 deed hij op zeer hoge leeftijd afstand van de troon.

Zuivering van de Duitse samenleving van nazi’s

Een van de uitgangspunten bij de bezetting van Duitsland was dat het land gedenazificeerd moest worden. Afgezien van de grote processen tegen nazi-kopstukken als in Neurenberg, moest de gehele Duitse samenleving gezuiverd worden van nationaal-socialisten. Hiervan is in Oost- noch West-Duitsland veel terechtgekomen.

De Amerikanen kozen voor een systematische aanpak. Iedere Duitser moest een formulier invullen en dat bespreken met een Amerikaanse officier. Wie werd gezuiverd kreeg een Persilschein, een bewijs van goed gedrag verwijzend naar het wasmiddel Persil. De zuiveringen in de Sovjet-zone hadden meer weg van een revolutie. In bepaalde sectoren, zoals onderwijs en justitie, werd vrijwel iedereen vervangen door communisten. Maar daarnaast was er grote tolerantie tegenover de talloze ‘kleine nazi’s’. Meer dan 10 procent van de leden van de communistische partij was afkomstig uit de NSDAP. Ulbricht ging ervan uit dat leden met een ‘verleden’ extra loyaal zouden zijn.

Na de vestiging van de twee Duitse staten in 1949 verdween de denazificatie definitief van de agenda. De kersverse Bundestag nam een serie wetten aan die miljoenen kleine nazi’s volledig rehabiliteerden. Met name ambtenaren profiteerden hiervan. Na een laatste showproces in 1950 was ook in de DDR het onderwerp ‘denazificatie’ definitief afgesloten.

Groot verschil tussen de Bondsrepubliek en de DDR was dat de babyboomgeneratie in West-Duitsland de discussie over schuld en boete van hun ouders eind jaren vijftig en begin jaren zestig heropende. In de DDR daarentegen heerste stilte over dit onderwerp, in elk geval in het openbare leven. De DDR zag zich zelf als de erfgenaam van het ‘antifascistische verzet’ en daarmee was de bevolking bevrijd van de plicht over haar verleden na te denken.

Duitsland was in 1945 zwaar beschadigd, maar de maatschappelijke infrastructuur en organisaties waren taai en hadden twaalf jaar nazisme en zes jaar oorlog grotendeels overleefd. Ze bleken sterk genoeg om het zwaar gehavende bouwsel overeind te houden. De oorlog was nog niet voorbij of de reconstructie kon weer beginnen. Voor de zoveelste keer verrees Duitsland als een phoenix uit de as. Toch was dit geen restauratie. Het nieuwe Duitsland zag er geheel anders uit dan zijn voorgangers.

Stalinistisch bewind in de DDR

De DDR vestigde een stalinistisch bewind dat nooit succesvol of echt populair zou worden. In 1953 kwam het er tot een opstand en miljoenen verlieten het land. Een Muur en de grootste geheime dienst ter wereld moesten de bevolking onder de duim houden. Met een slechte imitatie van het West-Duitse Wirtschaftswunder werd de bevolking in de jaren zeventig min of meer tevreden gehouden, maar in de loop van de jaren tachtig was het verval onstuitbaar. In 1989 was het afgelopen.

Adenauer was weliswaar al bejaard toen hij aan zijn eerste ambtstermijn begon, maar zijn politiek was revolutionair. Hij accepteerde de deling van Duitsland, sloot een alliantie met de Verenigde Staten en maakte de Bondsrepubliek tot een hoeksteen van West-Europa. In plaats van een Duitsland dat tussen West- en Oost-Europa balanceerde, was het nieuwe Duitsland een westers land. Geholpen door een tomeloze economische groei en consumptie wist Adenauer de democratie te stabiliseren.

In plaats van een Duitsland dat tussen West- en Oost-Europa balanceerde, was het nieuwe Duitsland een westers land

De Duitse democratie bleek in de jaren zestig en zeventig stabiel genoeg om de opstand van de jeugd en het terrorisme te trotseren. De Bondsrepubliek bleek zelfs bestand tegen de totaal onverwachte eenwording van 1990. Economisch gaat het weliswaar nog niet optimaal, maar op geen enkel moment is het democratisch gehalte van de Bondsrepubliek in gevaar geweest of ook maar in twijfel getrokken.

Meer weten:

Boeken

  • Een handzaam overzicht van de verwerking van het oorlogsverleden is Friso Wielenga’s Schaduwen van de Duitse geschiedenis. De omgang met het nazi- en DDR-verleden in de Bondsrepubliek Duitsland (1993). Een diepgaande analyse van het beleid van de Bondsrepubliek staat in Norbert Frei, Vergangenheitspolitik. Die Anfänge der Bundesrepublik und die NS-Vergangenheit (1997).
  • Interessante Duitse overzichtswerken: Manfred Görtemaker, Geschichte der Bundesrepublik Deutschland. Von der Gründung bis zur Gegenwart (1999) en Henning Köhler, Deutschland auf dem Weg zu sich selbst. Eine Jahrhundertgeschichte (2002). De laatste schreef ook een biografie van Adenauer: Adenauer. Eine politische Biographie (1994).
  • De weg naar de Duitse deling komt aan de orde in Willem Melching, Van het socialisme, de dingen die voorbijgaan. Geschiedenis van de DDR 1945-2000 (2004) en zijn De Duitse Phoenix. De geschiedenis van Duitsland in de twintigste eeuw (1996, i.s.m. Frits Boterman).
  • Nieuwe visies op de Koude Oorlog staan in John Lewis Gaddis, We now know. Rethinking Cold War History (1997). Een scherpzinnige en heldere analyse van de internationale context is van Ronald Havenaar, Van Koude Oorlog tot nieuwe chaos. 1939-1993 (1993).

Film            

  • Roberto Rossellini’s Germania Anno Zero (1947) is fantastisch vanwege de opnamen in het verwoeste Berlijn. De Oost-Duitse cinema bleef wat achter, maar klassiek is Die Mörder sind unter uns uit 1946 met een piepjonge Hildegard Knef. Rainer Werner Fassbinder maakte een trilogie over de geschiedenis van de prille Bondsrepubliek: Die Ehe der Maria Braun (1979) met een glansrol van de oogverblindende Hanna Schygulla, Lola (1981) en Die Sehnsucht der Veronika Voss (1982).