Home Met Volkerenslag begint de ommekeer

Met Volkerenslag begint de ommekeer

  • Gepubliceerd op: 1 juli 2016
  • Laatste update 12 jul 2023
  • Auteur:
    Paul van der Steen
  • 10 minuten leestijd
Slag bij Leipzig

Na de Slag bij Leipzig in 1813 wankelde Napoleon. Eindelijk was de val van de Franse keizer in zicht. Maar de prijs daarvoor in mensenlevens was ongeëvenaard hoog. 

Nog niet eerder stonden zoveel soldaten en vuurkracht op één plek tegenover elkaar. Nog niet eerder vielen in zo weinig tijd zoveel slachtoffers. Pas ruim honderd jaar later, tijdens de Eerste Wereldoorlog, zouden de trieste records van 16 tot en met 19 oktober 1813 vervangen worden door nog triestere.

Meer lezen over Napoleon? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

De veldslag bij Leipzig ging de geschiedenisboeken in als de ‘Volkerenslag’. Een half miljoen soldaten – Fransen, Duitsers (aan beide zijden), Russen, Zweden, Italianen, Polen, inwoners van het Oostenrijkse keizerrijk en een niet al te grote Britse eenheid – betraden het strijdperk. Kort daarvoor sprak de Franse keizer Napoleon profetische woorden: ‘Tussen een verloren en een gewonnen veldslag ligt een enorme afstand, hele wereldrijken.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De Volkerenslag was niet onvermijdelijk. Die zomer zaten de strijdende partijen met elkaar aan tafel om over een vrede te praten. Frankrijk begreep dat Rusland na de Franse invasie van 1812 iets te eisen had. Maar stevige territoriale concessies aan Oostenrijk vond Parijs onverteerbaar. Dan zou het verraad van dat land – het was overgelopen naar het vijandelijke kamp – worden beloond. Napoleon had het gehad met zijn schoonvader, de Oostenrijkse keizer, in brieven aan zijn vrouw betiteld als ‘papa François’. ‘Hij is degene die oorlog wilde, uit ambitie en bandeloze hebzucht.’ Oorlog kon hij krijgen.

Napoleon en Poniatowski bij de Slag bij Leipzig
Napoleon bij Leipzig, schilderij door January Suchodolski.

Napoleon beschouwde zichzelf daarbij als onmisbaar: ‘In mijn omstandigheden is geen enkel plan uitvoerbaar waarbij ik niet zelf in het middelpunt sta. Elk plan dat mij op afstand zet van de gevechten schept een reguliere oorlog, waarbij het numerieke overwicht van de vijandelijke cavalerie, ook in generaals, mijn volledige ondergang zou betekenen.’

Drie tegenstanders tegelijk

De feiten leken de keizer gelijk te geven. Een eerste slag tegen Russische, Pruisische en Oostenrijkse troepen onder zijn leiding bij Dresden eindigde in een Franse overwinning. Maar in de weken daarna gingen zo’n beetje alle behaalde voordelen weer verloren door nederlagen geleden door zijn bevelhebbers.

Het genie Napoleon boezemde bij voorbaat angst in bij de tegenstander. Deze man had de wereld- en de krijgsgeschiedenis veranderd. Hij verloor zelden of nooit. Zelfs tijdens de rampzalig verlopen veldtocht naar Rusland won hij de slagen. Dat hij die oorlog verloor, lag eerder aan de omstandigheden dan aan gebrek aan Franse vechtlust.     

De slag bij Leipzig markeerde een overgang in de oorlogvoering. Voortaan lieten de monarchen de strijd over aan de vakmensen. De gekroonde hoofden van Rusland, Pruisen en Oostenrijk waren wel te vinden in de buurt van Leipzig, maar hun hoogste officieren namen de cruciale beslissingen.

Vroege raketten

De enige Britse eenheid die aan geallieerde zijde meestreed bij Leipzig was uitgerust met raketten. Bedenker van deze ongeveer vijftien kilo zware wapens was de Britse uomo universalis William Congreve. De raketten leken hem vooral nuttig voor het bestoken van steden, vestingwerken en schepen. Bij Leipzig werden ze ingezet tegen vijandelijke troepen. Britse legerleiders als de hertog van Wellington en Horatio Nelson waren niet erg enthousiast over de raketten. Congreve ontving wel een hoge onderscheiding van de Russen.

De Franse keizer zelf was eigenlijk ook een omhooggevallen krijgsheer. Hij, de parvenu uit Corsica, regeerde bij de gratie van overwinningen. Als soldaat voelde hij zich op zijn gemak, vertelde Napoleon ooit aan zijn schoonzoon, Eugène de Beauharnais. ‘Thuis in Parijs verveel ik me.’

De uitgangssituatie bij Leipzig was fundamenteel anders dan bij alle gewonnen grote slagen in de vijftien jaar daarvoor. Napoleon had altijd gevochten tegen één tegenstander tegelijk. Nu naderden er drie van drie verschillende kanten. Ze lieten weinig ruimte voor Napoleons handelsmerken: de onverwachte manoeuvre en de aanval in de flank. Zou hij er toch toe overgaan, dan zou hij zich erg kwetsbaar maken voor tegenaanvallen op minder bezette posities.

Daar kwam bij dat zijn manschappen fundamenteel verschilden van die van voorheen. In eerdere fasen hadden alle troepen een jaar van opleiding en oefening achter de rug. Velen hadden jaren strijdervaring. Door de gebeurtenissen in voorgaande jaren moest Napoleon in het najaar van 1813 voor een belangrijk deel terugvallen op kakelverse rekruten.

Puur militair gezien had Napoleon zich misschien meteen moeten terugtrekken op Frankrijk zelf. Maar politiek kon hij het niet verkopen om Duitsland op te geven. Waar was dan al die jaren voor gevochten? Waar waren zoveel Fransen voor gesneuveld?

In de loop van oktober werd duidelijk dat de slag bij Leipzig zou plaatsvinden. De geallieerden waren veruit in de meerderheid. Napoleon probeerde snel en behendig te manoeuvreren tussen de rivieren waarvan hij de vitale bruggen in handen had. Zijn soldaten werden voor het eerst niet in drie, maar in twee linies opgesteld. De recente geschiedenis had uitgewezen dat de oude slagorde zorgde voor veel slachtoffers door eigen vuur. De vijand zou bovendien uitgaan van de oude, vertrouwde drie linies en dus de sterkte van de Fransen overschatten.

Opsteker

Het was een kille, natte herfst, en ook op de eerste dag van de slag, zaterdag 16 oktober, regende het flink. Het mistte bovendien. Kruitdampen verslechterden het zicht nog verder. Dat de verschillende troepen aan beide kanten ook nog eens heel diverse uniformen droegen schiep extra verwarring.

Het dorp Wachau viel vrij vroeg in handen van de Russen, die werden gesteund door een Pruisische brigade. Verder oprukken lukte niet. De Franse artillerie hield stand. Het tij keerde zelfs toen rond de middag Napoleon met versterking arriveerde. Een batterij met 177 vuurmonden nam de tegenstander onder vuur. Die werd uit Wachau verdreven en vond daarbuiten weinig dekking tegen de projectielen. Er vielen veel slachtoffers.

Napoleon stuurde onmiddellijk een boodschapper naar de Saksische koning om hem het nieuws van deze herovering mee te delen. Die liet in heel Leipzig de overwinningsklokken luiden en ging ter kerke voor een dienst om God te danken voor Zijn steun. 

Wachau was inderdaad een mooie opsteker voor het Franse kamp. Bij het dorp werd een beproefde methode toegepast: in een latere fase werd een frisse reserve ingezet. Normaal kon Napoleon die truc herhalen. Bij Leipzig zat hij zo slecht in zijn manschappen en waren de verliezen bovendien zo groot dat dit maar één keer lukte.

Buiten Wachau hadden de Fransen weinig te vieren. Eén lichtpuntje: de weg voor een terugtocht naar het westen was nog niet afgesneden. Maar het feit dat uit zoiets al hoop moest worden geput, gaf wel aan dat de Fransen flink in de verdrukking zaten. De vijand maakte het front zo breed dat een aanval her en der er nog wel in zat, maar een doorbraak forceren niet.

Tijdens de tweede dag van de Slag bij Leipzig leek het wel alsof de zondagsrust in ere werd gehouden. In werkelijkheid likten beide partijen hun wonden, maakten ze de balans op van de strijd tot dan toe en smeedden ze plannen voor de dag daarna.

Graven werden geopend om lijkkisten te kunnen opstoken

Van een normale zondag kon ook geen sprake zijn, niet in het veld en de dorpen bij de geallieerden en niet bij de Fransen in en rond Leipzig.

Slechts één kerk had nog zijn normale functie. De rest deed dienst als noodhospitaal. Op het kerkhof bij de Johanniskirche lagen de gewonden zelfs buiten op en rond de grafstenen. Om toch nog voor wat warmte te zorgen, werden graven geopend en stoffelijke resten uit kisten gehaald om die te kunnen opstoken. Het stonk in de stad. Gewonden kermden of schreeuwden het uit wanneer ze zonder anesthesie werden behandeld. In een herberg waar ledematen waren geamputeerd en verbonden, kostte het een paar dagen om al het bloed op te dweilen. 

Moeizame aftocht

De Fransen maakten hun rondes door stad en ommeland om het laatste eetbaars en brandbaars bij de burgers weg te halen. Dat allemaal terwijl de stad al werd overvraagd. Het aantal soldaten was minstens vijf keer hoger dan het reguliere aantal inwoners.

Op de derde dag wierpen ze zich weer in de strijd. Die kwam die dag niet ten einde, maar werd in feite wel beslist. De Fransen bleken simpelweg niet opgewassen tegen de overmacht van de geallieerden. De nederlaag was nog slechts een kwestie van tijd.

Napoleon weet de mislukking aan een Saksische divisie die was overgelopen bij het dorpje Stünz. Onterecht overigens; 3000 soldaten en 19 stukken geschut maakten niet het beslissende verschil. Al was de wisseling van kant midden in het strijdgewoel wel opmerkelijk. Veel Fransen dachten aanvankelijk getuige te zijn van een moedige Saksische aanval. Ze moedigden hun bondgenoten nog aan met kreten als ‘Leve de keizer!’.

Er waren nog volop gevechten. Napoleon had zelf het commando bij een Franse charge bij Zwei-Naundorf. Pruisen en Russen wisten hun tegenstander op te vangen en vervolgens terug te drijven. Terwijl een regen van vijandelijke projectielen neerdaalde, keek een Franse sergeant-majoor naar zijn keizer: ‘Zijn gezicht was bleek en koud als marmer. Slechts heel af en toe trok er een vlaag van woede overheen. Hij zag dat alles verloren was. We vochten alleen nog maar om onze terugtocht veilig te stellen.’

‘Zijn gezicht was bleek als marmer; hij zag dat alles verloren was’

In de nacht die volgde, begonnen de Fransen zich terug te trekken aan de westkant van Leipzig. Vechtende voorhoedes aan de andere zijden van de stad moesten de geallieerden ondertussen de indruk geven dat hun vijand nog niet van opgeven wilde weten.

De aftocht verliep traag en moeizaam, omdat alles en iedereen zich via de binnenstad over een brug over de rivier de Elster moest wringen. Alles liep vast. Toen de geallieerden de stad binnenvielen, raakte een korporaal in paniek. Uit angst dat zij de terugtrekkende Fransen in de rug zouden aanvallen, blies hij de brug op. Mensen en dieren die er op dat moment op liepen, vlogen de lucht in. Nog eens tienduizenden Fransen zaten nu klem. Ze probeerden naar de overkant van de Elster te zwemmen, waarbij ze nogal eens verdronken. Ze vochten zich dood. Of vielen in geallieerde handen.  

Geen paniek

De slag was voorbij. Elke dag strijd had meer dan 30.000 doden en gewonden gekost. In totaal liet ruim een vijfde van de bij Leipzig aangetreden soldaten er het leven.

Elke dag strijd kostte 30.000 doden en gewonden

Napoleon verloor 73.000 manschappen. Dertigduizend waren krijgsgevangen gemaakt. Rond de 5000 deserteerden.

De geallieerden vermoedden dat Napoleon zich met zijn fors uitgedunde leger zou herpositioneren bij Erfurt. De veldheer trok zich echter al vechtend terug tot aan de Rijn. Daarna ging hij naar Parijs, om van daaruit zijn best te doen weer zo veel mogelijk troepen op de been te krijgen. Van paniek leek vooralsnog geen sprake. ‘Wees kalm en opgewekt, en lach de onheilsprofeten in hun gezicht uit,’ schreef hij aan zijn echtgenote.

Nederland juichte

Na de Slag bij Leipzig klonk overal in het bezette Nederland ‘Oranje boven!’. De inwoners hoopten dat de Fransen snel zouden vertrekken nu Napoleon was verslagen. Maar er waren nog Franse troepen in het land aanwezig die aan het plunderen sloegen. In november trokken Pruisische en Russische troepen het land binnen om de Fransen te verdrijven. Op 30 november 1813 kwam stadhouder Willem Frederik aan in Scheveningen en werd uitgeroepen tot soeverein vorst.

Vanuit Frankfurt dicteerden de geallieerden de vrede. Frankrijk zou zich terug moeten trekken achter zijn ‘natuurlijke grenzen’: de Ardennen, de Rijn, de Ligurische Alpen en de Pyreneeën. Parijs moest de veroverde gebieden in de Noordelijke Nederlanden, Duitsland, Italië en Spanje opgeven. Daar stond tegenover dat een deel van de Zuidelijke Nederlanden behouden bleef. Het Frankrijk dat resteerde was nog altijd groter dan het land voor de komst van Napoleon was geweest.

Napoleon leek bereid de voorwaarden te aanvaarden. Maar de Britten gooiden roet in het eten. Bevreesd voor een invasie verzetten ze zich tegen Frans bezit van havens als Antwerpen. Het leek Londen sowieso beter om Napoleon definitief van de troon te stoten. De Britten waren net als de Spanjaarden en Portugezen bereid de bondgenoten van Leipzig bij te staan in de strijd. In de loop van 1814 trok een vijandelijke overmacht van alle kanten het land in. Napoleons strijdlust was nauwelijks gebroken, maar de oorlog viel niet meer te winnen.

Meer weten

  • Die Völkerschlacht und das Ende der alten Welt (2013) door Andreas Platthaus.
  • Napoleon de Grote (2015) door Andrew Roberts is een indringend portret.
  • IJzeren koninkrijk (2015) van Christopher Clark behandelt de opkomst en ondergang van Pruisen.