In de achttiende eeuw werden er in Nederland veel ‘vissenboeken’ samengesteld, waarin alle nieuwe en oude soorten werden toegelicht. Bij de totstandkoming van die vissenboeken speelde de VOC een belangrijke rol, omdat de schepen van hun reizen exotische vissen meenamen op sterk water. In 1735 bezocht de internationaal beroemde systematicus Carolus Linneaus het exotische vissenkabinet in Amsterdam en hij was onder de indruk van de collectie. Hij gebruikte die later voor zijn eigen fauna-overzicht. Dit beschrijft Carel Richter in zijn bijdrage voor het themanummer van Holland over Hollandse vis. [GvH]
Dit artikel is exclusief voor abonnees